< Terug naar vorige pagina

Project

Essays on Corporate Finance

Dit proefschrift bestaat uit vier hoofdstukken die een scala aan onderwerpen in bedrijfsfinanciering behandelen. Dit proefschrift (i) geeft een overzicht van de literatuur over de reële effecten van schokken in de kredietvoorziening van banken, (ii) onderzoekt het effect van ontslagkosten op de productiviteit van bedrijven, (iii) onderzoekt de toewijzing van leningen met overheidsgaranties tijdens de COVID-19 pandemie en de daaruit voortvloeiende reële effecten, en (iv) bestudeert het effect van bankspecialisatie op de prestaties van kredietnemers.

 

Het eerste hoofdstuk geeft een overzicht van de snelgroeiende literatuur over de reële effecten van de kredietverstrekking aan bedrijven door banken. We behandelen recente methodologische vooruitgang en bieden een diepgaand overzicht van het bestaande bewijsmateriaal. De literatuur laat consequent zien dat een inkrimping van het kredietaanbod tot ongunstige reële resultaten leidt, maar de economische omvang varieert tussen steekproeven en identificatiestrategieën. Deze variatie is kleiner geworden in recenter werk, met behulp van zeer gedetailleerde gegevens. We documenteren verder heterogeniteit in resultaten en laten zien dat het bewijs dubbelzinniger is voor expansieve schokken. Onze analyse stelt ons in staat om de huidige kennislacunes en waardevolle wegen voor toekomstig onderzoek te identificeren.

 

In het tweede hoofdstuk onderzoeken we het effect van opzeggingstermijnen en ontslagkosten op de totale factorproductiviteit (TFP) en de toewijzing van middelen, gebruikmakend van een juridische wijziging in België die heterogene veranderingen in de ontslagkosten heeft veroorzaakt bij verschillende soorten werknemers, namelijk de éénmaking van het arbeiders en bedienden statuut. We vinden dat hogere ontslagkosten de TFP op bedrijfsniveau verlagen. Ze veranderen de samenstelling van het personeelsbestand verder in het voordeel van werknemerstypes waarvan de ontslagkosten relatief zijn gedaald, verminderen de banenstromen sterk (zowel minder uitgaande als inkomende werknemers), verhogen de uitbesteding van werknemers aan uitzendkantoren, en verhogen het aantal gewerkte uren per werknemer. We vinden geen bewijs van kapitaalintensieve technologie-adoptie. Door gebruik te maken van gegevens op leningsniveau uit het Belgische kredietregister, tonen we ook aan dat de daling in TFP kleiner is voor bedrijven met een betere toegang tot krediet.

 

Het derde hoofdstuk bestudeert de financiële en reële effecten van het Belgische garantieprogramma voor leningen dat werd ingevoerd na het uitbreken van de COVID-19 pandemie. Het unieke kenmerk van het programma, gekoppeld aan unieke gegevens over het leningsniveau uit het Belgische kredietregister, stelt ons in staat om de resultaten van de in aanmerking komende leningsaanvragen te observeren. We documenteren dat risicovollere bedrijven meer kans hadden om een lening met garantie te verkrijgen en dat deze daarna gedeeltelijk werden gebruikt om bestaande niet-gegarandeerde schulden te vervangen. Tegelijkertijd kenden banken niet-gegarandeerde kredieten toe aan hun belangrijkste kredietnemers, zodat die kredietnemers de garantievergoeding niet hoefden te betalen aan de overheid. Uit onze analyse blijkt dat gegarandeerde leningen zich vertaalden in zwakkere, eerder negatieve reële effecten, ten opzichte van niet-gegarandeerde leningen.

 

In het vierde hoofdstuk onderzoek ik het effect van specialisatie in de banksector op de prestaties van kredietnemers na schendingen van financiële convenanten. Ik documenteer dat de sectorspecifieke expertise van banken die door middel van specialisatie is opgedaan, slecht presterende kredietnemers helpt hun prestaties na overtreding te verbeteren. Ik laat ook zien dat meer sectorspecifieke expertise banken ertoe aanzet minder te vertrouwen op prestatieconvenanten. Ten slotte vind ik enig bewijs dat gespecialiseerde banken zich ook bemoeien met slecht presterende leners voordat convenanten worden geschonden wanneer ontleners de convenantdrempels naderen, wat ook leidt tot enkele verbeteringen in de prestaties van ontleners vóór overtreding.

 

De bevindingen van deze onderzoeken hebben belangrijke beleidsimplicaties. De tweede studie toont aan dat, hoewel hogere ontslagkosten gunstig zijn voor werknemers, deze voordelen samen met de mogelijks onbedoelde neveneffecten moeten worden overwogen: inefficiënte toewijzing van middelen, lagere TFP, meer uitbesteding van medewerkers en meer werkuren. De derde studie illustreert dat de manier waarop een garantieprogramma voor leningen ontworpen is, cruciaal is. Dat wil zeggen dat overheidsgaranties kunnen leiden tot het nemen van enige risico's en dat de garantievergoeding banken (en/of bedrijven) kan ontmoedigen om gegarandeerde leningen uit te geven (en/of te verkrijgen). In de laatste studie wordt de rol van banken als gedelegeerde toezichthouders aangegeven. Hun superieure informatie verkregen door specialisatie verbetert hun controlevermogen en heeft dus gevolgen voor kredietnemers in sectoren waarin zij gespecialiseerd zijn.

Datum:1 feb 2019 →  18 okt 2022
Trefwoorden:Firing costs, Productivity, Public loan guarantees, Bank specialization
Disciplines:Bedrijfseconomie, Monetair beleid, centrale banken en levering van geld en krediet, Financiële economie
Project type:PhD project