< Terug naar vorige pagina

Project

De effectiviteit van sociaal beleid gericht op gezinnen met een kind met een handicap in Vlaanderen: slaagt het bestaande pakket van sociaal beleidsmaatregelen erin het armoederisico van kinderen met een handicap te verminderen?

Het hebben van een kind met een handicap gaat gepaard met zowel directe als indirecte kosten die waarschijnlijk een negatief effect hebben op het armoederisico van deze gezinnen. Ten eerste worden deze gezinnen geconfronteerd met hogere directe kosten als gevolg van de medische en zorgbehoeften van hun kind. Ten tweede worden zij geconfronteerd met hogere indirecte kosten omdat zij meer zorg moeten bieden die de arbeidsmarktparticipatie van de ouders bemoeilijkt. Bovendien hebben gezinnen met een kind met een handicap vaak een lagere sociaaleconomische status dan gezinnen zonder kinderen met een handicap, waardoor hun armoederisico toeneemt onafhankelijk van het hebben van een kind met een handicap. Veel westerse welvaartsstaten hebben daarom een aantal uitkeringen en diensten geïmplementeerd om deze directe en indirecte kosten voor gezinnen met een kind met een handicap te verminderen. Het ontbreekt ons echter aan inzicht in de daadwerkelijke effectiviteit van de sociaal beleidsmaatregelen om deze doelstelling te bereiken. Daarom wil dit onderzoeksproject nagaan in welke mate het bestaande pakket van sociale beleidsmaatregelen voor gezinnen met een kind met een handicap in Vlaanderen erin slaagt hun armoederisico te verminderen door het gezinsinkomen direct of indirect te verhogen. Concreet zullen we in dit project werken aan drie verwante onderzoekslijnen. Ten eerste zullen we het niet-gebruik van sociale steun voor kinderen met een handicap onderzoeken, omdat dit fenomeen de daadwerkelijke effectiviteit van sociaal beleid aanzienlijk kan belemmeren. Ten tweede zullen we kijken naar het directe armoedeverminderende effect van de bestaande uitkeringen voor gezinnen met een kind met een handicap, in het bijzonder de verhoogde kinderbijslag. Ten slotte zal de indirecte impact worden onderzocht via het causale effect van de aanwezigheid van een kind met een handicap op de tewerkstelling van de ouders. Het budget dat binnen dit BOF-KP-project wordt aangevraagd, zal worden gebruikt om een gegevensaanvraag te financieren bij de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid voor een uitbreiding van een bestaande administratieve dataset. Door longitudinale werkgelegenheidsinformatie, informatie van het Ministerie van Onderwijs en van de belastingadministratie te verkrijgen, zullen we de drie voorgestelde onderzoekslijnen verder uitdiepen. We zullen kwantitatieve methoden toepassen op deze unieke administratieve dataset.
Datum:1 apr 2019 →  30 mrt 2020
Trefwoorden:KINDERARMOEDE, HANDICAP TIJDENS DE KINDERJAREN, INKOMENSTARGETING, NON TAKE UP
Disciplines:Sociaal beleid