< Terug naar vorige pagina

Project

Kwaliteit en billijkheid van onderwijssystemen wereldwijd: trends doorheen de tijd en verklarende factoren

Onderwijs speelt een essentiële rol in de samenleving omwille van de talrijke voordelen voor zowel individuen als voor de samenleving als geheel. Daarom streven landen wereldwijd een zo hoog mogelijke kwaliteit en billijkheid van hun onderwijssysteem na. In dit proefschrift brengen we de trends doorheen de tijd in kaart van de kwaliteit en billijkheid van onderwijssystemen en onderzoeken we enkele, mogelijke verklarende (klas)factoren. Omdat er geen consensus bestaat over de definities en geschikte indicatoren van kwaliteit en billijkheid, bakenen we beide concepten af: (a) het prestatieniveau in verschillende domeinen (met name wiskunde, wetenschappen, en begrijpend lezen) wordt beschouwd als een indicator van de kwaliteit van een onderwijssysteem, waarbij we kijken naar het gemiddelde prestatieniveau en naar het prestatieniveau van de 10% laagst en hoogst presterende leerlingen en (b) billijkheid wordt gedefinieerd als de afwezigheid van een relatie tussen leerlingprestaties en achtergrondkenmerken.

In het eerste deel bekijken we de trends doorheen de tijd in kwaliteit en billijkheid in het basisonderwijs (‘Grade 4’ – wat overeenkomt met het vierde leerjaar basisonderwijs in Vlaanderen) wereldwijd. We maken gebruik van data van TIMSS 2003 en 2011 van 17 onderwijssystemen om de trends in kaart te brengen met betrekking tot wiskunde- en wetenschapsprestaties (Chapter 1). Data van PIRLS 2006 en 2016 van 29 onderwijssystemen worden gebruikt om deze trends te schetsen met betrekking tot leesprestaties (Chapter 2). Het schetsen van deze trends gelijktijdig voor verschillende onderwijssystemen zorgt voor de nodige criteria om de kwaliteit en billijkheid van een onderwijssysteem te kunnen evalueren in het licht van (a) de eigen, vroegere uitkomsten en (b) de onderwijsuitkomsten van andere onderwijssystemen. De algemene trend overheen onderwijssystemen toont een toename doorheen de tijd in het prestatieniveau voor wiskunde en leesvaardigheid, terwijl het wetenschapsniveau stabiel blijft. In elk van de drie onderwijsdomeinen neemt de sociale ongelijkheid toe doorheen de tijd. Wel tonen resultaten grote verschillen tussen onderwijssystemen. De resultaten in dit eerste deel kunnen als een startpunt dienen voor onderwijssystemen om de kwaliteit en billijkheid van hun onderwijs op te volgen, te verklaren, en te optimaliseren.

In het tweede deel van dit proefschrift onderzoeken we een aantal factoren die mogelijks bijdragen aan de kwaliteit en billijkheid van een onderwijssysteem. Hierbij maken we gebruik van data van TIMSS 2015 (‘Grade 4’). Aangezien de klaspraktijk één van de voornaamste verklaringen biedt voor leerlingprestaties (gecorrigeerd voor de achtergrond van leerlingen), bekijken we in dit deel de relatie van twee belangrijke klasfactoren met de kwaliteit en billijkheid van onderwijssystemen: instructiekwaliteit (Chapter 3) en handboeken wiskunde (Chapter 4). Ten eerste wordt de relatie tussen instructiekwaliteit – bestaande uit drie dimensies, met name klasmanagement, ondersteunend klasklimaat, en cognitieve activatie – en kwaliteit en billijkheid onderzocht in de onderwijssystemen van Vlaanderen (België), Duitsland, en Noorwegen. Resultaten tonen aan dat sommige dimensies van instructiekwaliteit bijdragen tot hogere prestaties en dat alle leerlingen voordeel halen uit dezelfde (kwaliteitsvolle) onderwijspraktijken. Ten tweede wordt onderzocht hoe handboeken bijdragen aan de kwaliteit en billijkheid van het onderwijssysteem in Vlaanderen. Resultaten tonen aan dat in Vlaanderen (a) een relatie bestaat tussen het gebruikte handboek en prestatieniveau, en dit in alle inhoudelijke en cognitieve deeldomeinen van wiskunde en voornamelijk voor de lagere kwantielen van de prestatieverdeling en (b) een relatie tussen het gebruikte handboek en billijkheid afwezig is. Resultaten in dit tweede deel kunnen richting geven aan praktijkmensen en beleidsmakers in het opzetten van effectieve leeromgevingen en leveren zo een bijdrage aan het bereiken van meer kwaliteit en billijkheid van hun onderwijssysteem. 

Datum:1 jun 2012 →  1 jul 2019
Trefwoorden:internationaal vergelijkend onderwijsonderzoek
Disciplines:Biologische en fysiologische psychologie, Algemene psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen, Onderwijscurriculum, Onderwijssystemen, Algemene pedagogische en onderwijswetenschappen, Specialistische studies in het onderwijs, Andere pedagogische en onderwijswetenschappen
Project type:PhD project