18F-THK5351 tau PET beeldvorming bij de ziekte van Alzheimer, frontotemporaal.

Jaren vooraleer de ziekte van Alzheimer bij een patiënt duidelijk wordt, zijn er al veranderingen in de hersenen, met toenemende ophoping van amyloïd tussen de zenuwcellen. Deze afwijking kan gemeten worden met de amyloïd PET hersenscan en wordt gebruikt om het effect van studiegeneesmiddelen te meten, b.v. immuuntherapie. Inzicht in deze amyloïdophoping en alles wat ermee samengaat vooraleer er symptomen optreden, is dan ook van groot praktisch belang. In dit onderzoek willen we bepalen hoe gen-expressie wijzigt bij personen die verkeren in de faze van toename van amyloïd. In het Laboratorium voor Cognitieve Neurologie volgen we een groep van normale oudere vrijwilligers die bij de start van de studiedeelname (tussen 2010 en 2015) tussen de 55 en 80 jaar oud waren en allen volledig binnen de normale grenzen scoorden op het vlak van geheugen, aandacht, en woordvinding, en geen geheugenmoeilijkheden ondervonden. De helft van deze vrijwilligers draagt een belangrijk risicogen voor de ziekte van Alzheimer, het Apolipoprotein E e4 allel. Bij de start van de deelname ondergingen alle deelnemers een amyloïd PET scan, een MRI scan en uitgebreide neuropsychologisch onderzoek. Elke twee jaar wordt het neuropsychologisch onderzoek herhaald. Bij 81 deelnemers werd bij de start van de deelname ook een bloedtube afgenomen voor onderzoek van het RNA (gen-expressie). In dit onderzoek zullen we bij deze vrijwilligers 3-6 jaar na de eerste amyloïd PET scan een tweede amyloïd PET uitvoeren alsook een tweede afname van een RNA bloedstaal. We stellen als hypothese voorop dat toename van de amyloïdafzetting gepaard zal gaan met gen-expressie veranderingen in netwerken die te maken hebben met de immuunafweersysteem. Veranderingen in het afweersysteem die samengaan met veranderingen in amyloïd, kunnen op lange termijn ook mogelijkheden bieden om behandelingen te ontwikkelen om de afweerrespons te beïnvloeden.