< Terug naar vorige pagina

Project

Schadeherstel in natura: op zoek naar een remedie voor contractuele wanprestatie

Dit onderzoek analyseert herstel in natura als vorm van schadeloosstelling voor (buiten)contractuele schade. Het reikt het algemeen juridisch kader aan waarbinnen herstel in natura werkzaam is. Het onderzoekt het begrip, de juridische grondslag en het juridisch regime ervan (toekenningsvoorwaarden en hiërarchische verhouding tot andere remedies). Uit de analyse blijkt dat naast schadevergoeding, ook herstel in natura een wettige gemeenrechtelijke vorm van schadeloosstelling is. Ofschoon een wetsbepaling het bestaan ervan (nog) niet formeel bevestigt, biedt ons geldend gemeen verbintenissenrecht hiervoor voldoende wettelijke grondslag. Anders dan schadevergoeding, is herstel in natura het juridisch aanknopingspunt voor een minder rigide en een meer creatieve wijze van schadeloosstelling, die soms meer op de aard van de schade en/of de behoeften van (een van de) partijen is afgestemd. Tegelijk volgt het daarin de rechtsvergelijkende tendens. Modernere wetboeken vatten het begrip schadeloosstelling immers ruimer op dan louter schadevergoeding, en maken daardoor meer plaats voor alternatieve vormen van schadeherstel in de gevallen waarin daar binnen het maatschappelijk verkeer behoefte aan bestaat.

Naar Belgisch recht blijkt herstel in natura tot op zekere hoogte nog een blinde vlek. Binnen het buitencontractueel aansprakelijkheidsrecht, staat herstel in natura synoniem voor talrijke non-pecuniaire maatregelen die allerminst de vergoeding van schade beogen. Het eigenlijk herstel in natura van buitencontractuele schade, is in de rechtspraktijk veel zeldzamer. Binnen ons contractenrecht botst de toepassing ervan zelfs op een désamour. Al te vaak wordt voor schadeloosstelling bijna automatisch naar schadevergoeding teruggegrepen. Dit onderzoek doorbreekt dit dogma. Schadevergoeding biedt inderdaad verschillende voordelen, maar dat betekent niet dat ons recht aan herstel in natura geen plaats kan geven. Hoewel schadevergoeding kwantitatief misschien de belangrijkste schadeloosstellingsvorm blijft, is het heel duidelijk dat binnen een modern (buiten)contractueel aansprakelijkheidsrecht ook herstel in natura een volwaardige rol te vervullen heeft. De analyse toont aan dat er wel degelijk prototype toepassingsgevallen bestaan waarin herstel in natura voor de schuldeiser, de schuldenaar en soms voor beiden, een nuttig alternatief voor schadevergoeding is. Het scala aan toepassingsgevallen uit de buitenlandse rechtspraktijk functioneerde hiervoor als Leitmotiv. Dit onderzoek (her)waardeert herstel in natura. Het gevolg van een (buiten)contractueel aansprakelijkheidsrecht waarin schadevergoeding ipso facto domineert is namelijk, dat er een onaanvaardbaar spanningsveld kan bestaan tussen de legitieme behoeften van partijen en wat ons gemeen verbintenissenrecht te bieden heeft.

Datum:1 sep 2014 →  30 sep 2019
Trefwoorden:breach of contract, remedy, Reparation in kind
Disciplines:Rechten, Andere rechten en juridische studies
Project type:PhD project