< Terug naar vorige pagina

Project

Een humanistische gedragscode voor diplomaten.Editie, vertaling, commentaar en literair- en intellectueelhistorische studie van Frederik van Marselaers traktaat, LEGATUS (1666)

Het voorgestelde proefschrift beoogt de ontsluiting en studie van een belangrijk maar tot nog toe onderbelicht Neolatijns traktaat over de functie, het statuut en de beroepsethiek van de vroegmoderne diplomaat. Het werd geschreven door de Zuidnederlandse humanist Frederik van Marselaer, topambtenaar en oud-leerling van Erycius Puteanus, zelf opvolger van de bekende Leuvense humanist Justus Lipsius. Het traktaat verscheen voor het eerst in 1618 in Antwerpen bij Guilielmus a Tongris, maar kende een veel ruimere verspreiding door de herwerkte editie die in 1626 van de persen van de Moreti rolde. De laatste, door de auteur zelf gereviseerde editie is die van 1666.

Een eerste deel van het proefschrift zal bestaan uit een kritische teksteditie op basis van de editie van 1666. Bij de editie hoort een Engelse vertaling en een grondige filologisch-historische commentaar. In dit commentaar wordt gepoogd de structuur van elke dissertatio en de samenhang in de gedachtegang te expliciteren, realia in hun historische context te duiden, en de talloze verwijzingen naar antieke en contemporaine bronnen, vaak zonder specifieke bronaanduiding, te identificeren. Door dit bronnenonderzoek verwachten we ook een beeld te krijgen van de weg waarlangs bepaalde anekdotes en gnomische waarheden in Van Marselaers traktaat zijn terechtgekomen, nl. via de loci communes traditie.

In een tweede deel van het proefschrift willen we nader ingaan op de intertekstuele dimensie van het traktaat van Van Marselaer. Zoals we hopen aan te tonen, situeert dat werk zich op het snijpunt van twee onderscheiden, maar verwante humanistische genres: het verenigt in zich kenmerken van zowel de zogenaamde etiquetteliteratuur als van de humanistische vorstenspiegel.

Deze intertekstuele benadering roept twee onderzoeksvragen op die we in een nauwgezet intellectueel-historisch onderzoek proberen te beantwoorden.

Het traktaat van Van Marselaer presenteert zich als een gedragsboek voor een welbepaalde groep mensen, de diplomaten. De vraag dringt zich dan ook op of Van Marselaers monografie kan worden opgevat als een indicatie of symptoom van, misschien zelfs als medebepalende factor in de professionalisering en in het groeiend zelfbewustzijn van diplomaten in de late zestiende en vroege zeventiende eeuw.

Van Marselaers monografie dient zich ook aan als een politiek traktaat dat is geschreven voor een specifieke groep van politieke ambtenaren, de diplomaten. In zoverre de diplomaat wordt voorgesteld als dé representante van de (absolute) vorst bij uitstek, dringt zich de vraag op of hij volgens Van Marselaer dezelfde politieke gedragscode mag/moet volgen als de vorst. Meer in het bijzonder stelt zich de vraag of ook de diplomaat een beroep mag doen op vormen van bedrog en verhulling die Justus Lipsius in zijn beroemde Politica onder de noemer ‘prudentia mixta’ (gemengde verstandigheid) had gerubriceerd. Het antwoord op deze vraag zal mede bepalend zijn om uit te maken of Van Marselaers traktaat Legatus Lipsiaans, neo-machiavellistisch van aard is, dan wel eerder in een anti-machiavellistische denktraditie dient te worden gesitueerd. 

Datum:1 okt 2012 →  31 dec 2019
Trefwoorden:humanist political literature
Disciplines:Talen, Literatuurwetenschappen
Project type:PhD project