De invloed van anticoagulantia op bloeding en heling na tandextracties

Het huidige doctoraatsproject gfocust op het management van patiënten behandeld met antitrombotische medicatie die een tandextracties ondergaan en is gericht op twee reële problemen.

Ten eerste zijn bloedingscomplicaties na een tandextractie bij patiënten die 'nieuwe' of directe orale anticoagulantia (NOACs of DOACs), een type oraal anticoagulantium dat recentelijk op de markt werd gebracht, gebruiken een veel voorkomend probleem, en het is niet zeker hoe het risico op bloeding kan worden verminderd. Een placebogecontroleerd, dubbelblind, gerandomiseerd klinisch onderzoek werd opgezet om te evalueren of het gebruik van tranexaminezuur mondspoeling, een antifibrinolytisch middel, na een tandextractie het bloeden vermindert bij deze patiëntenpopulatie. De resultaten gaven aan dat tranexaminezuur mondspoeling de peri-operatieve bloeding of vroege bloeding (tot één dag) na tandextractie niet vermindert, maar mogelijk wel de lattijdige bloeding (meer dan één dag na de extractie) en de bloeding in het geval dat meerdere tanden worden geëxtraheerd.

Ten tweede werd in de klinische praktijk variatie van leukocyten- en bloedplaatjesrijke fibrinemembranen (L-PRF) vastgesteld en antitrombotische medicatie kan een van de veroorzakende factoren zijn, aangezien zij de bloedstolling verstoren, een proces dat cruciaal is voor het vormen van L-PRF. L-PRF-membranen bestaan uit een fibrinenetwerk dat geconcentreerde bloedplaatjes en immuuncellen insluit. Aangezien L-PRF-membranen worden gebruikt om genezing te begeleiden en weefselregeneratie te verbeteren en als hemostatische methode na orale chirurgie, kan de variabiliteit tussen de membranen klinische implicaties hebben. Daarom werden twee experimenten opgezet om de eigenschappen van L-PRF membranen te vergelijken tussen patiënten die antitrombotica innemen en patiënten die dit type mediactie niet innemen (control patiënten). De resultaten tonen aan dat L-PRF membranen van patiënten behandeld met anticoagulantia, maar niet van patiënten behandeld met antiplaatjes, zwakker zijn, sneller scheuren en minder leukocyten bevatten dan membranen van patiënten die geen antitrombotica gebruiken.

De resultaten van dit proefschrift zouden een betere behandeling na een tandextractie mogelijk kunnen maken bij patiënten die orale anticoagulantia gebruiken, en resulteren in een optimalisering van de L-PRF-genezingstechniek.