< Terug naar vorige pagina

Publicatie

Mobiliteitsvrees bij ruimtelijke planners

Boekbijdrage - Boekabstract Conferentiebijdrage

In de Vlaamse verordenende ruimtelijke plannen wordt de verduurzaming van mobiliteit zelden in rekening gebracht. Terwijl ’RUP’s tot in detail regels (stedenbouwkundige voorschriften) voor het privédomein worden opgenomen, gebeurt dit erg beperkt voor het openbaar domein (uitgezonderd voor pleinen, waterpartijen, groengebieden, ...). Voor het privédomein beperken de mobiliteitsvoorschriften zich vaak tot minimale stallingnormen, dit tegen de internationale trend in om over te schakelen naar parkeermaxima. Niettegenstaande verkeer/vervoer op een substantiële wijze de leefomgeving bepaalt, is daarvan weinig of geen neerslag in de ruimtelijke planning van het openbaar domein. Ook al wijzen studies uit dat het verkeer een bepalende invloed heeft op leefbaarheid, oversteekbaarheid, veiligheid, gezondheid, ..., van bewoners, is er een ware pleinvrees om dit in ruimtelijke uitvoeringsplannen te vertalen. In het Decreet betreffende de omgevingsvergunning zal in artikel 5.1.3. mobiliteitshinder worden aangeduid. Hierdoor wordt nog een groter verankeringspunt voor mobiliteitsbepalingen aangeboden. De structuur van de langzaam verkeersroutes en het beperken van de doorwaadbaarheid van het plangebied voor het autoverkeer maar ook het opnemen van ontwerpvoorschriften van de straten en wegen in ruimtelijke uitvoeringsplannen kan ertoe bijdragen om zowel de leefbaarheid, veiligheid als het (gewenste) verplaatsingsgedrag, te beïnvloeden.
Boek: Plandag 2017
Pagina's: 173 - 176
ISBN:978-90-819217-4-9
Toegankelijkheid:Open