< Terug naar vorige pagina

Project

Een onderzoek naar de burgerparticipatie in de politieke besluitvorming en het effect hiervan op democratische legitimiteit vanuit een bottom-up perspectief.

Veel burgers in westerse democratieën zijn ontevreden over de manier waarop politiek in hun land wordt bedreven. Onder academici, journalisten en politici heerst grote bezorgdheid over een tekort aan de ervaren politieke legitimiteit. Deze komt onder andere tot door een gebrek aan vertrouwen in politieke instituties en hun vertegenwoordigers, de toenemende steun voor protestpartijen en een algemeen gevoel dat politiek een elitaire aangelegenheid is waar de gewone burger niet wordt gehoord. Het is een cruciale uitdaging voor de hedendaagse democratie om een manier te vinden waarop met deze populaire ontevredenheid kan worden omgegaan.

 

Inspraakprocessen worden vaak gezien als een oplossing voor het gebrek aan ervaren legitimiteit. Het idee is dat het betrekken van burgers bij het politieke proces een gevoel van daadkracht, responsiviteit en acceptatie van beslissingen kan bevorderen en burgers weer kan verbinden met hun politieke instituties en vertegenwoordigers. Vooral de laatste decennia is er hernieuwde belangstelling voor dergelijke inspraakprocessen, uiteenlopend van landelijke referenda tot kleinschalige burgerraden. Bekende voorbeelden zijn de Irish Citizens’ Assembly en daaropvolgende referenda over abortus en het homohuwelijk, inspraak op de begrotingsprocessen in Latijns-Amerika en referenda op staatsniveau in Californië.

 

Sommige wetenschappers verwachten dat de toename aan inspraakprocessen de publieke ontevredenheid over de politiek zal verminderen. Maar is dit wel het geval? Kunnen inspraakprocessen een bijdrage leveren aan het aanpakken van politieke onvrede en het vergroten van de ervaren democratische legitimiteit? Om inzicht te krijgen in deze vraag, gaat dit proefschrift verder in op de standpunten, belevingen en meningen van burgers. Wat vinden burgers van deze inspraakprocessen? En wat is het effect van deze processen op de legitimiteitspercepties? Om de potentie van inspraakprocessen als oplossing voor het gebrek aan ervaren legitimiteit te evalueren, is het belangrijk om te standpunt van burgers zelf te onderzoeken.  

 

In dit proefschrift bestudeer ik de voorkeuren van burgers voor inspraakprocessen, alsook de effecten van deze processen op de ervaren legitimiteit. Daarbij richt ik me vooral op de vraag waarom deze processen zo aantrekkelijk zouden zijn voor burgers. Wat levert het hen op? Eerder onderzoek heeft inspraakprocessen bestudeerd door de lens van de normatieve democratische theorie. Dit leidde tot slechts een beperkt begrip van hoe burgers over zulke processen denken. Ik bestudeer zowel grootschalige inspraakprocessen, zoals referenda, als kleinschalige participatieve processen, zoals burgerfora. En dit doe ik door gebruik te maken van verschillende onderzoeksmethoden, met name grootschalige enquêtes, experimenten en diepte-interviews, om de vraag vanuit meerdere invalshoeken te benaderen.

 

De overkoepelende conclusie van dit proefschrift is dat burgers veel pragmatischere opvattingen hebben over inspraakprocessen dan voorheen bekend was. Burgers beschouwen inspraakprocessen niet als een wondermiddel tegen de kwalen van de democratie. In plaats daarvan zijn hun voorkeuren voor en reacties op participatieve processen complex en gedreven door uiteenlopende motieven en verwachtingen. Concreet kwamen er vijf kernbevindingen naar voren uit de empirische studies die in dit proefschrift zijn uitgevoerd. Ik zal deze kort samenvatten.

 

1. VOORKEUREN VOOR REFERENDA KOMEN VOORT UIT PRAGMATISCHE OVERWEGINGEN

In hoofdstuk 3 ontdek ik dat burgers hun voorkeur voor een inspraakvorm, zoals referenda, zien als een oplossing voor sommige, maar niet alle problemen die zij in de huidige politiek ervaren. Een concrete bevinding is dat ontevredenheid over een overheid die niet luistert naar haar burgers hand in hand gaat met steun voor referenda, terwijl ontevredenheid over de leiderschapskwaliteiten van de overheid juist samenhangt met minder steun voor referenda.

 

Bovendien beargumenteer ik dat burgers niet alleen nadenken over referenda binnen de context van normatieve opvattingen over hoe een democratie zou moeten functioneren, maar ook rekening houden met de mogelijke beleidsuitkomsten van een dergelijk proces. Hoofdstuk 4 laat zien dat vooral mensen die een verandering in beleid willen of die verwachten te zullen winnen, grotere voorstanders van referenda zijn. Deze bevinding bleek te gelden voor verschillende beleidskwesties op verschillende bestuursniveaus. Het geeft aan dat instrumentele overwegingen een substantiële rol spelen bij het creëren van draagvlak voor referenda.

 

2. Populistische burgers zijn meer principieel in hun steun voor referenda dan niet-populistische burgers

Vervolgens onderzoek ik of de steun voor inspraakprocessen voor een specifieke groep van de populatie, namelijk populistische burgers, per definitie een instrumenteel motief heeft. In hoofdstuk 5 kijk ik naar het Nederlandse referendum in 2018 over de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (de ‘Sleepwet’). Hieruit blijkt dat populistische burgers hun steun voor referenda juist minder baseren op instrumentele overwegingen dan niet-populistische burgers. Na het referendum waren populistische burgers dan ook in grotere mate bereid om de uitkomst van het referendum te aanvaarden dan niet-populistische burgers, zelfs als ze hadden verloren. Deze resultaten suggereren dat populistische burgers een principiëlere houding hebben ten opzichte van directe besluitvorming dan niet-populistische burgers.

 

3. De procesvoorkeuren zijn veranderlijk

Verscheidene hoofdstukken geven inzicht in de veranderlijke aard van deze procesvoorkeuren. In de bestaande literatuur worden de voorkeuren van burgers ten aanzien van democratische besluitvorming grotendeels beschouwd als vrij stabiele overtuigingen die worden gedreven door normatieve ideeën over democratie. Op dit gebied bieden de bevindingen van dit proefschrift nieuwe inzichten. Ten eerste variëren procesvoorkeuren per kwestie. Zoals hoofdstuk 4 laat zien, kan bij burgers de voorkeur voor besluitvorming via referenda sterk variëren, afhankelijk van het onderwerp. Ten tweede zijn procesvoorkeuren afhankelijk van de sociaal-politieke context. Hoofdstuk 3 laat zien dat het verband tussen ontevredenheid over het vermogen van de overheid om te luisteren (responsiviteit) en steun voor referenda verschilt per land. Dit kan deels worden verklaard door de ervaring met referenda in deze landen. Dit houdt in dat er voor mensen in landen waar referenda minder gangbaar zijn, er een nauwer verband tussen ontevredenheid over de responsiviteit en steun voor referenda bestaat. Dit geeft aan dat redenen om referenda te steunen kunnen veranderen per context.

 

4. Inspraakprocessen hebben positieve effecten op de ervaren legitimiteit, zelfs als de uitkomsten ongunstig zijn

Het tweede deel van het proefschrift richt zich op de effecten van inspraakprocessen op de percepties van legitimiteit van burgers. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat deze effecten vaak afhankelijk zijn van een gunstige uitkomst, wat betekent dat verliezers van de uitkomst een lagere mate van legitimiteit ervaren dan winnaars. De twaalf experimenten in Hoofdstuk 7 en 8 bevestigen dit beschreven resultaat-gedreven effect. Het bewijs uit beide hoofdstukken toont echter ook aan dat inspraakprocessen een positief effect hebben op legitimiteitspercepties. Zelfs als de uitkomst ongunstig is en het onderwerp zeer controversieel, zoals de opening van een vluchtelingenopvang, zorgen inspraakprocessen voor een hogere legitimiteitsperceptie dan wanneer gebruik wordt gemaakt van representatieve besluitvorming (de status quo). Belangrijk is dat dit ook het geval was voor burgers dir niet persoonlijk deelnamen aan een dergelijk proces, maar er alleen maar over hoorden, zoals beschreven in hoofdstuk 7. De positieve impact van inspraakprocessen op de perceptie van legitimiteit lijkt, in ieder geval in een experimentele context, verder te reiken dan de directe betrokkenen.

 

5. Burgers waarderen inspraakprocessen (ook) omdat ze het gevoel hebben dat politici naar hen luisteren

De studie van de Bürgerdialog in België in Hoofdstuk 6 biedt kwalitatieve inzichten in waarom burgers kleinschalige inspraakprocessen (KIP) zouden kunnen waarderen en welke rol de uitkomsten van dergelijke processen spelen in de manier waarop burgers het proces waarnemen en evalueren. De geïnterviewden waardeerden vooral de relationele aspecten van de KIP. Ze voelden zich gehoord en gerespecteerd tijdens het proces van het KIP en beschouwden respect en erkenning door politici als de belangrijkste elementen en een voorwaarde voor een positieve evaluatie van het proces. Deze casus werpt daarom licht op de mogelijke verstrengeling tussen instrumentele en relationele overwegingen. Hoewel de deelnemers politieke erkenning van hun aanbevelingen verwachtten, gaven ze prioriteit aan serieuze betrokkenheid bij het voorstel en accepteerden afwijkingen of zelfs afwijzingen, zolang deze gerechtvaardigd waren.

 

Kortom, dit proefschrift toont aan dat inspraakprocessen geen magische oplossing zijn voor legitimiteitsproblemen. Instrumentele overwegingen vormen in grote mate de verwachtingen, voorkeuren en reacties van burgers op besluitvormingsprocessen. Echter, door burgers in het proces te betrekken kan de legitimiteit worden verbeterd, zelfs onder verliezers van beslissingen en onder populistische burgers. Dit lijkt vooral het geval te zijn wanneer politieke autoriteiten de burgers op overtuigende wijze kunnen laten zien dat het proces geen schijnvertoning is, maar voortkomt uit oprechte interesse, respect en bereidheid om rekening te houden met de standpunten van de burger.

Datum:17 sep 2015 →  9 dec 2020
Trefwoorden:Democratic Innovation, Public Opinion, Democratic Legitimacy, Citizen Involvement
Disciplines:Andere economie en bedrijfskunde, Burgerschap, immigratie en politieke ongelijkheid, Internationale en vergelijkende politiek, Multilevel governance, Nationale politiek, Politiek gedrag, Politieke organisaties en instellingen, Politieke theorie en methodologie, Openbaar bestuur, Andere politieke wetenschappen
Project type:PhD project