< Terug naar vorige pagina

Project

Effect van vaccinatie tegen Salmonella Typhimurium bij varkens onder praktijkomstandigheden (SUSALVAC)

Centrale onderzoeksvraag/doel
Dit project moet helpen bij het produceren van slachtvarkens die een verwaarloosbaar risico vormen voor Salmonella Typhimurium-overdracht naar de mens. We willen dus de beheersing van Salmonella-infecties bij varkens verbeteren. We willen ook een wetenschappelijk onderbouwd advies kunnen geven over het effect van vaccinatie tegen Salmonella onder praktijkomstandigheden en de eventuele implementatie ervan in een nationaal controleprogramma. De specifieke objectieven zijn: 1.Nagaan in welke mate de vaccinatie van zeugen en/of biggen een rol speelt bij het onder controle krijgen van de Salmonella Typhimurium (S. Typhimurium) besmetting onder Belgische varkensproductieomstandigheden.   2. Nagaan hoe vaccinatie kan worden ingesloten in een nieuw Salmonella-controleplan, rekening houdend met de noodzaak tot opvolging van de besmettingstoestand van de bedrijven en het bepalen van de Salmonella-status van loten slachtvarkens.

Onderzoeksaanpak
Er zijn experimenten georganiseerd door de projectcoördinator UGent onder veldomstandigheden, in bedrijven met een verschillende Salmonella status en uitbatingstypes. Concreet zijn er op drie gesloten varkensbedrijven verschillende vaccinatieschema’s uitgetest, waarbij zeugen, biggen en/of vleesvarkens gevaccineerd werden met een commercieel levend verzwakt S. Typhimurium vaccin. ook hebben we het effect bepaald van groepsvaccinatie bij zeugen op 3 vermeerderingsbedrijven. De uitscheiding van Salmonella is gemeten via bacteriologisch onderzoek van de mest bij zeugen en vleesvarkens. Het dragerschap werd vastgesteld via bacteriologisch onderzoek van de lymfeklieren van de dieren tijdens de slacht. Er is ook serologisch onderzoek verricht bij verschillende leeftijdsgroepen. De salmonella's zijn op ILVO getypeerd om inzicht te krijgen op de differentiële invloed van vaccinatie op verschillende Salmonella types. We hebben blootgelegd in welke mate Salmonella-stammen bij verschillende leeftijdsgroepen en matrices (feces, lymfeklieren) dezelfde zijn.

Relevantie/Valorisatie

Het project is afgesloten met een lange lijst nuttige nieuwe kennis: Vaccinatie van zeugen heeft een positief effect op de hoeveelheid maternale antilichamen tegen Salmonella in de biggen van de gevaccineerde zeug. Vaccinatie verlaagt ook het aantal met S. Typhimurium besmette lymfeklieren van slachtvarkens. Dat is zowel het geval  na vaccinatie van zeugen en biggen, van zeugen en vleesvarkens of van alleen de biggen, met de meest consistente reductie in de groep waarbij zeugen en biggen  gevaccineerd worden. De vaccinstam kan wel persisteren in de lymfelieren, wat implicaties kan hebben voor Salmonella-monitoringsprogramma’s gebaseerd op Salmonella detectie in slachthuis stalen. Ook vaccinatie van biggen en vleesvarkens kan een invloed hebben op Salmonella-monitoringsprogramma’s die gebaseerd zijn op serologie. Groepsvaccinatie van alle zeugen op de vermeerderingsbedrijven induceert een serologische respons in de zeugen en resulteert in significant lagere serologische ratio’s van de vleesvarkens op slachtleeftijd. S. Typhimurium uitscheiding daalt wel op de vermeerderingsbedrijven, maar niet significant. Met deze vaccinatiebehandeling, wordt de vaccinstam wel niet gedetecteerd tijdens de slacht van de vleesvarkens.

 


Externe partner(s)
CODA-CERVA - Centrum Onderzoek Diergeneeskunde & Agrochemie
DGZ - Dierengezondheidszorg Vlaanderen
UGent
Ugent - Fac. Diergeneeskunde
Datum:1 jan 2015 →  30 nov 2018