< Terug naar vorige pagina

Project

Onderwatergeluid als stressor voor mariene vissen (OFFNOISE)

Centrale onderzoeksvraag/doel
Tijdens de constructie en exploitatie van windmolens op zee wordt onderwatergeluid geproduceerd. Dit onderzoek heeft de specifieke effecten (sterfte, stress en gedragswijzigingen) van intens onderwatergeluid op jonge zeebaarzen (Dicentrarchus labrax) bekeken.Tevens is nagegaan welke precieze componenten van het geluid verantwoordelijk zijn voor de waargenomen effecten. Onderzoek naar de effecten van onderwatergeluid, o.a. ten gevolge van de exploitatie van windmolenparken, is noodzakelijk om mitigerende maatregelen (bepalen van drempelwaarden) te ontwikkelen en toe te passen die het welzijn en het voortbestaan van de vispopulatie - en de daarbij horende visserij - garanderen.

Onderzoeksaanpak
Er is voornamelijk gewerkt met experimenten, zowel in situ als onder laboratoriumcondities. Daarbij is de impact van de diverse geluidsparameters opgemeten tijdens het heien voor het Northwind windmolenpark op het Belgisch deel van de Noordzee, op larvale en juveniele zeebaarzen (60 tot 120 dagen oud), een commerciële vissoort met gesloten zwemblaas. De jonge vissen zijn onder gecontroleerde condities in het lab en op zee blootgesteld aan diverse types onderwatergeluid (tot 210 decibel). Voor de laboratoriumexperimenten is een volledig nieuw lab ingericht. Voor de experimenten op zeeis er nauw samengewerkt met de windenergie sector. ILVO heeft de experimenten namelijk uitgevoerd vanaf het heiplatform en vanuit een zodiac die heel dicht in de buurt van de heiactiviteiten mocht komen. Met andere woorden: er is hier sprake van een uniek veldexperiment op wereldniveau.

Relevantie/Valorisatie
Het onderzoeksproject heeft met succes 3 erg verschillende vereiste expertises gecombineerd: nl. over de eigenschappen en het gedrag van onderwatergeluid (fysica), de natuurlijke verspreiding en het gedrag van de doelsoort (ecologie) en de inschatting van lange termijneffecten op populatieniveau (governance). De aanvangshypothese dat er mogelijk een grote sterfte bij jonge vissen in de buurt van heiactiviteiten kon worden verwacht is NIET bewaarheid. De experimenten hebben duidelijk aangetoond dat jonge zeebaarzen de blootstelling aan heigeluiden vlakbij een constructiesite (210 dB) zonder veel problemen overleven. De vissen raken wél ernstig gestresseerd (49-50% minder zuurstofverbruik) en ze vertonen bepaalde gedragsveranderingen, maar deze effecten zijn tijdelijk van aard. Ook bij lagere geluidsintensiteit (146 dB) vertonen de jonge zeebaarzen een korte schrikreactie. Ze eten ook iets minder. Maar reeds tijdens de verdere blootstelling aan het geluid herstelt zich het normale gedrag. De geluidsintensiteit en de frequentie (315-630 Hz en >800 Hz) lijken de meest bepalende parameters. De relatie met ‘particle motion’, een moeilijk te meten geluidsparameter, moet nog verder onderzocht worden.
Al bij al lijken de gevolgen van heigeluiden voor jonge vissen met een drukgevoelige zwemblaas dus minder erg te zijn dan gedacht. Bijkomend onderzoek op andere vissoorten en andere levensstadia en naar de gevolgen op lange termijn zijn aangewezen. De huidige resultaten worden nu reeds gebruikt om drempelwaarden te bepalen, om de doelstellingen vervat in de Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie, die momenteel nagenoeg uitsluitend gericht zijn op effecten bij zeezoogdieren en op metingen van standaard geluidskenmerken, bij te sturen. De resultaten van deze doctoraatstudie zijn van belang als ondersteunend advies naar alle economische activiteiten die onderwatergeluid produceren (o.a. windmolen-, visserijsector, baggerwerken, scheepvaart, zandextractie). Door rekening te houden met de drempelwaarden kunnen deze menselijke activiteiten op zee hun impact op het mariene ecosysteem verder reduceren.

Financiering
IWT - Instituut voor de aanmoediging door wetenschap en technologie in Vlaanderen

Externe partner(s)
Beheerseenheid Mathematisch Model van de Noordzee
Northwind
UGent - Fac. Ingenieurswetenschappen en Architectuur
UGent - Fac. Wetenschappen
Vlaams Instituut voor de zee
Datum:1 dec 2011 →  30 jun 2016