< Terug naar vorige pagina

Project

De levensdraad: Kritische edities van de translatio vetus van Aristoteles’ De longitudine et brevitate vitae en geselecteerde teksten uit haar vroege receptie in Oxford

Binnen Aristoteles’ Parva naturalia (‘Korte verhandelingen over natuurfilosofie’) vinden we de tekst De longitudine et brevitate vitae (‘Over de lange en de korte duur van het leven’). In dit werk onderzoekt de Filosoof de oorzaken van een lange en een korte levensduur bij zowel planten als dieren. De longitudine et brevitate vitae werd toegankelijk voor Latijnse geleerden in het middeleeuwse Westen door middel van de eerste Grieks-Latijnse vertaling van deze tekst, gemaakt door Jacob van Venetië in de eerste helft van de twaalfde eeuw. Deze extreem letterlijke vertaling staat ook bekend als de translatio vetus. Als onderdeel van een verzameling die het Corpus vetustius genoemd wordt, circuleerde Jacobs vertaling van het traktaat op grote schaal, vooral in de dertiende eeuw.

Deel I van dit proefschrift presenteert de eerste kritische editie van de translatio vetus van De longitudine et brevitate vitae. Ter voorbereiding op de editie heb ik de hele gekende handschriftelijke traditie van deze vertaling diepgaand onderzocht, evenals de relatie tussen de translatio vetus en de gekende Griekse traditie van De longitudine et brevitate vitae. Mijn grondige studie van de nog bestaande Latijnse handschriften, die niet verder teruggaan dan de dertiende eeuw, toont aan dat de tekst onderhevig is geweest aan hopeloze contaminatie en corruptie. Mijn gedetailleerde vergelijking met de Griekse traditie zoals we die nu kennen, laat zien met precies welke handschriften het verloren gegane Griekse model voor de vertaling nauw verwant moet zijn geweest. In het licht van de Latijnse tekstgetuigen die bewaard gebleven zijn, is een exacte reconstructie van Jacobs vertaling vrijwel onmogelijk. Daarom is het doel van mijn kritische editie om zijn oorspronkelijke vertaling zo dicht mogelijk te benaderen.

 

            Met betrekking tot de receptiegeschiedenis van de translatio vetus van De longitudine et brevitate vitae heeft de moderne wetenschap kennis van enkele (dertiende-eeuwse) commentaren, compendia en glossen. Sommige van deze werken zijn toegeschreven, andere zijn anoniem. In de secundaire literatuur worden de geschriften uit de receptiegeschiedenis soms verdeeld in twee grote groepen, volgens hun plaats van herkomst: Oxford of het continent.

Deel II van dit proefschrift biedt de eerste kritische edities, en ook analyses, van geselecteerde teksten uit de vroege commentaartraditie in Oxford. In het bijzonder ligt de nadruk op enkele commentaren die in de secundaire literatuur toegeschreven worden aan Adam van Buckfield en op het anonieme compendium in het handschrift Oxford, Bodleian Library, Tanner 116. Met betrekking tot de zogenaamde Buckfield-commentaren heb ik onderzoek gedaan naar de gekende nog bestaande tekstgetuigen en heb ik de authenticiteit van de commentaren onderzocht. Dit onderzoek heeft geresulteerd in een nauwkeuriger, uitgebreider overzicht van de aan bovengenoemde auteur toegeschreven commentaren, waarvan er één zeer waarschijnlijk authentiek is. Ik heb zowel het ene, naar alle waarschijnlijkheid door Adam van Buckfield geschreven commentaar als het anonieme compendium kritisch uitgegeven. Van deze twee werken heb ik de formele aspecten en de inhoud (inclusief de relatie met enkele andere teksten) bestudeerd. Op basis van dit onderzoek heb ik vastgesteld dat de geschriften geen duidelijke invloed vertonen van Averroes’ Compendium, maar op bepaalde punten een sterke gelijkenis vertonen met elkaar, met name in de structurering en verduidelijking van de translatio vetus.

Datum:1 okt 2016 →  13 dec 2022
Trefwoorden:Aristoteles Latinus
Disciplines:Theorie en methodologie in de filosofie
Project type:PhD project