< Terug naar vorige pagina

Project

Een longitudinale studie van neuroanatomische predictoren en groeiprofielen bij dyslexie

De ontwikkeling van competente taal, cognitieve en sociale vaardigheden in kinderen is van belang om een normaal en gelukkig leven te kunnen leiden. Echter, een aanzienlijk deel van kinderen in de samenleving lijdt aan de ontwikkelingsstoornis dyslexie en heeft hierdoor een verhoogd risico op maatschappelijke uitsluiting en staatafhankelijkheid. Er is dan ook grote behoefte om differentiële diagnose van dyslexie te verbeteren en om al op jonge leeftijd passende interventies aan kinderen met dyslexie te bieden. Hersenscantechnieken zoals structurele resonantie beeldvorming (MRI) zorgen ervoor dat men hersengebieden geassocieerd met atypische ontwikkeling kan kwantificeren en lokaliseren; ze kunnen mogelijke breinafwijkingen betrokken bij dyslexie vaststellen. Verder kan men middels het correleren van lees- en spellingtestresultaten met hersenmaten verkregen via MRI hypothesen opstellen over mechanismen gerelateerd aan dyslexie. Het doel van dit doctorale onderzoeksproject, dat deel uitmaakt van het overkoepelende H2020 Marie Curie Europese Trainingsnetwerk over neurocognitieve stoornissen bij kinderen, is om de differentiële diagnose van dyslexie te verbeteren met behulp van MRI en gedragsmatige lees- en spellingsdata. Binnen het huidige doctorale onderzoeksproject werden kinderen met en zonder een familiaal risico op dyslexie longitudinaal opgevolgd van vóór de leesontwikkeling en ontvingen zij retrospectief een dyslexie diagnose. Op deze wijze kunnen zowel op jonge leeftijd (vóór de leesontwikkeling) als gedurende hun ontwikkeling mogelijke causale factoren (‘biomarkers’) gerelateerd aan dyslexie geïdentificeerd worden. In de eerste studie werd er gekeken naar de periode vóór de leesontwikkeling en bevonden dat een kleinere oppervlakte van de fusiform gyrus gerelateerd is aan dyslexie en een kleinere oppervlakte van de inferieure en midden temporale gyri (minder robuust resultaat) gerelateerd aan een familiaal risico op dyslexie. In de derde studie werd er gekeken naar de longitudinale ontwikkeling van kinderen en bevonden dat lezen en spellen in het tweede leerjaar van invloed zijn op de grootte van de fusiform in het vijfde leerjaar. Een ander doel van het huidige doctorale onderzoeksproject is om de analyses van hersendata bij kinderen te verbeteren en alzo optimale, betrouwbare hersendata te verkrijgen. In de tweede studie werd er onderzoek verricht naar de toepassing van extra handmatige aanpassingen op de hersendata van kinderen. De tweede studie laat zien dat het extra handmatig aanpassen van hersendata bij kinderen geen grote invloed op statistische uitkomsten heeft. De uitkomsten van de drie studies van het huidige doctoraatsproject dragen bij aan een betere differentiële diagnose van dyslexie.

Datum:1 sep 2015 →  8 dec 2021
Trefwoorden:Dyslexia
Disciplines:Orthopedagogiek en onderwijs voor specifieke onderwijsbehoeften
Project type:PhD project