< Terug naar vorige pagina

Project

Laat Ruimte voor Spel | Over de Rol van het Bewegend Lichaam tussen Denken en Maken.

Dit interdisciplinaire onderzoek gaat na op welke manier architectuur en dans mekaar kunnen verrijken in het begrijpen van de belichaamde ruimtelijk ervaring met als doel nieuwe perspectieven te open voor de creatieprocessen in beide disciplines. In de discipline van architectuur domineert de visuele beleving in de tools evenals de denkprocessen en krijgt het menselijke lichaam een voornamelijk functionele rol toebedeelt. Terwijl de belichaamde ruimtelijk ervaring ontstaat vanuit het lichaam in beweging. Als dusdanig bieden de architecturale ontwerptools weinig handvaten om het fenomeen “belichaamde ruimtelijke ervaring” volledige te begrijpen.

Net zoals architectuur betreft de dans discipline eveneens een creatieve “ontwerppraktijk”. Beide ontwerppraktijken delen drie belangrijke componenten: lichaam, beweging en ruimte. Echter anders dan binnen architectuur, wordt in deze laatst genoemde discipline ruimte gecreëerd met het lichaam in beweging en is ruimte in dat geval een tijdelijke, niet gematerialiseerde en steeds veranderende ruimte. Kortom de verhouding tussen de componenten, die beide disciplines in het creatieproces met mekaar verbindt, is fundamenteel verschillend.

Dit epistemologisch onderscheid wordt binnen dit onderzoek vanuit drie invalshoeken benadert: literatuur, educatie en gevestigde praktijken. De laatste twee worden in de context van het onderzoek respectievelijk benoemt als “spelen”. en “gesprekken” en ondergebracht in een imaginaire geconstrueerde “speeltuin”. Binnen deze speeltuin wordt actief geëxperimenteerd door het toepassen van aan disciplines ontleende ontwerptools en –methodes. Dit laat toe dieper inzicht te verwerven in epistemologie ten grondslag aan deze ontwerptools en -methodes. De methodologie die aan de basis ligt van dit onderzoek is gebaseerd op de Lewiniaanse Leercyclus —een iteratief proces waarin actie en reflectie centraal staan als manier om nieuwe inzichten te genereren.

Kortom, gaat dit onderzoek na welke preconcepties verankerd zijn in de disciplines met betrekking tot de relatie lichaam, beweging en ruimte ten gevolge van het gebruik van discipline gebonden strategieën en instrumenten, in het bijzonder hoe ze bepalend zijn voor het “leren” begrijpen en benaderen van “belichaamde ruimtelijke ervaring” binnen een educatieve context. Het uiteindelijke doel is om zowel architecten als choreografen hun blik te verruimen en strategieën aan te reiken om het fenomeen binnen de respectievelijk creatieprocessen breder en bewuster te kunnen benaderen.

Kortom biedt dit onderzoek door de creatie van de speeltuin een imaginaire ruimte voor het delen en onderbrengen van deze interdisciplinaire kennis en laat deze toe om voorbij discipline gebonden ontwerptools en bijhorende preconcepties te denken en te handelen. Al dusdanig is de speeltuin niet uitsluitend een ruimte voor experiment, maar tevens ook een leeromgeving ontdaan van de discipline scheidende schotten, waarbinnen twee leerprincipes “herschikken van de blik en “wisselen van rol” primeren. Het spelboek, als een uitkomst van de speeltuin, ontsluit deze speeltuin en nodigt uit het discours en denkkader rond de relatie lichaam, beweging en ruimte actief verder uit te breiden. Impliciet opent dit onderzoek hiermee ook het debat om de doorheen de geschiedenis gegroeide disciplinaire schotten op te heven.

Datum:24 mrt 2016 →  7 jul 2021
Trefwoorden:human movement, design interventions, design process
Disciplines:Ingenieurswetenschappen in de architectuur, Architectuur, Interieurarchitectuur, Architecturaal design, Kunststudies en -wetenschappen
Project type:PhD project