< Terug naar vorige pagina

Project

Burgerschap: een kwestie van scholing? Een educatief onderzoek naar de normativiteit van burgerschapsvorming

In de voorbije 3 decennia is burgerschapsvorming (BV) op school een prioriteit geworden op nationale en internationale onderwijsagenda’s, als antwoord op verschillende maatschappelijke en politieke verschuivingen en uitdagingen. De aandacht die BV krijgt, en de manieren waarop het belang van BV op school benadrukt wordt, gaan vaak gepaard met een manier van denken en spreken over de rol van scholen in burgerschapsvorming en de relatie tussen burgerschap en onderwijs (vorming) op school als een evidentie. Beschrijvingen of verantwoordingen van de keuzes die gemaakt worden in het gebruik van de centrale, complexe concepten van burgerschap, vorming en hun onderlinge relatie in onderwijs op school, zijn vaak schaars of beperkt tot beschrijvingen van wat goed burgerschap is en zou moeten zijn. Wat goede vorming is en hoe dit relateert aan burgerschap in de context van onderwijs op school, wordt veel minder vaak expliciet gemaakt of gedefinieerd. Dit doctoraatsonderzoek beschouwt echter al deze elementen als essentieel om het te hebben over wat burgerschapsvorming is, kan, of zou moeten zijn. Het doel van dit onderzoek is daarom tweeledig: ten eerste verkent het de normativiteit van huidige, dominante benaderingen van burgerschap en BV in onderzoek en beleid, die vaak focussen op het ontwikkelen van competenties. Ten tweede richt dit onderzoek de aandacht op klaspraktijken en pedagogische theorie, om een educatieve benadering van BV te ontwikkelen en zo deze huidige taal van burgerschapsvorming open te trekken en te verbreden. 

Het eerste hoofdstuk behandelt de onderliggende normativiteit van de grootste internationale, vergelijkende studie naar burgerschapsvorming, die grote invloed heeft op hoe de taal van burgerschapsvorming vorm krijgt: de ICCS studie. Dit hoofdstuk illustreert hoe alle aspecten van deze studie voornamelijk conservatieve en reproductieve doelen van BV promoten. Onze analyse toont op deze manier een spanning aan tussen enerzijds de inhoud en de criteria van de studie en anderzijds de vooropgestelde doelen van het onderzoek om beleid en praktijken van BV, die erop gericht zijn jongeren te helpen om autonome actieve en onafhankelijke democratische burgers te worden, te inspireren en verbeteren. Het tweede hoofdstuk verkent het Europese beleidsniveau en de productie van Europese beleidsteksten rond burgerschapsvorming. Op basis van een analyse van zes sleutelteksten over burgerschapsvorming van verschillende Europese instellingen toont deze studie aan hoe, hoewel er collectieve en democratische doelen worden toegekend aan burgerschapsvorming op Europees niveau, de beleidsteksten zelf vooral nauwe individualistische en beperkte concepten van democratisch burgerschap en burgerschapsvorming op school lijken te promoten. In het derde hoofdstuk richten we de blik op klaspraktijken van burgerschapsvorming en presenteren we een etnografische exploratie van hoe burgerschapsvorming plaatsvindt in de klas. Bouwend op de hypothese dat de politieke doelen die worden toegekend aan burgerschapsvorming eerst en vooral pedagogische doelen en processen veronderstellen, beschrijft dit hoofdstuk hoe een relationeel verstaan van burgerschapsvorming dat zowel leraren, leerlingen als schoolmateriaal in beschouwing neemt, het huidige dominante denken over de rol die onderwijs en scholen spelen in burgerschapsvorming kan verbreden en herdenken. Het vierde hoofdstuk initieert een theoretisch perspectief op burgerschapsvorming in scholen, dat externe verwachtingen en perspectieven op burgerschapsvorming en een pedagogisch perspectief op de intrinsieke waarde van schoolse vorming tracht te verzoenen. Dit hoofdstuk geeft aan hoe beide benaderingen van burgerschapsvorming in essentie voortbouwen op dezelfde democratische principes van vrijheid gelijkheid en broederlijkheid. Op deze manier ontwikkelt dit hoofdstuk een theoretische positie die vooral het vertrouwen in scholen als primair pedagogische context benadrukt, maar ook erkent dat zowel scholen als hun leerlingen altijd al deel uitmaken van het politieke en sociale leven. 

Tenslotte beschrijven we de implicaties van deze studies om de huidige lijnen van denken en spreken in onderzoek, beleid, praktijk en theorie van burgerschapsvorming te kunnen verbreden. 

Datum:1 okt 2015 →  29 apr 2022
Trefwoorden:citizenship education
Disciplines:Sociaal werk, Andere sociologie en antropologie
Project type:PhD project