< Terug naar vorige pagina

Project

Geheugenverlies, betekenisverlies? Een beter begrip van betekenisgeving in Alzheimer patiënten

Binnen psychologisch onderzoek wordt het concept betekenis in het leven omschreven als de subjectieve ervaring dat het eigen leven waardevol en coherent is en overkoepelende doelen heeft. Toenemende  empirische evidentie toont aan dat de ervaring van betekenis in het leven positief samenhangt met de fysieke en mentale gezondheid van verschillende doelgroepen, inclusief oudere volwassenen. De huidige visies op betekenis in het leven veronderstellen echter dat sterke cognitieve vermogens nodig zijn om deze ervaring van betekenis te ontwikkelen. Dit roept de vraag op hoe betekenisbeleving kan begrepen worden voor oudere volwassenen die cognitieve achteruitgang ondervinden omwille van dementie. Dit proefschrift biedt daarom een diepgaand onderzoek naar de ervaring van betekenis in het leven voor oudere volwassenen met de ziekte van Alzheimer (ZvA). We bespreken vanuit een kwalitatief perspectief hoe deze oudere volwassenen betekenis in hun leven begrijpen en ervaren (Deel 1; Hoofdstuk 1-2) en behandelen de kwantitatieve samenhang tussen betekenis en enkele kernaspecten van psychologisch en cognitief functioneren (Deel 2; Hoofdstuk 3-7).
In Hoofdstuk 1 wordt de overeenkomst tussen wetenschappelijk visies op betekenisbeleving en de lekenvisie van ouderen met de ZvA onderzocht aan de hand van een top-down ‘directed’ content analyse. De resultaten tonen aan dat de beschrijvingen van participanten grotendeels overeenstemmen met de huidige visies in de literatuur. Deze beschrijvingen bieden echter ook enkele nieuwe inzichten voor de conceptualisering van betekenis, zoals het onderscheid tussen gevoelde en beredeneerde coherentie en tussen toekomstgerichte en vervulde doelen, en de verstrengeling van de ervaring van betekenis met aspecten van welbevinden.
In Hoofdstuk 2 worden diepte-interviews geanalyseerd aan de hand van een bottom-up fenomenologische aanpak (de ‘reflective lifeworld’ methode). De essentie van de ervaring van betekenis in het leven voor oudere volwassenen met de ZvA wordt geformuleerd als ‘blijven deelnemen aan de dans van het leven als zichzelf.’ Deze essentie wordt verhelderd in de beschrijving van vier vervlochten constituenten: zich verbonden en betrokken voelen, het gewone alledaagse leven verderzetten, zich rustig overgeven en loslaten, en het verlangen naar vrijheid, groei en verkwikking.
In Hoofdstuk 3 worden verschillende bronnen van welbevinden voor bewoners in woonzorgcentra (WZC) met en zonder de ZvA) onderzocht. In beide doelgroepen is persoonlijke groei positief geassocieerd met betekenisbeleving en familie positief geassocieerd met levenstevredenheid. Voor oudere volwassenen met de ZvA is samenleving en maatschappij ook positief gerelateerd aan betekenisbeleving.
In Hoofdstuk 4 tonen we aan dat ouderen in WZC met de ZvA die hoger scoren op betekenisbeleving ook hogere levenstevredenheid en minder depressieve symptomen rapporteren. Hierbij werd gecontroleerd voor demografische gegevens, cognitieve capaciteiten, en de clustering van bewoners binnen WZC.
In Hoofdstuk 5 wordt gefocust op de relatie tussen levenskwaliteit en cognitief functioneren. We tonen aan dat WZC bewoners met de ZvA hun levenskwaliteit zelf hoger beoordelen dan hun zorgverleners. Bovendien is de beoordeling door bewoners zelf niet gerelateerd aan hun cognitief functioneren. Zorgverleners daarentegen schatten de levenskwaliteit van bewoners met lager cognitief functioneren lager in.
In Hoofdstuk 6 onderzoeken we de relatie tussen het gevoel een doel te hebben in het leven, de werking van het objectief geheugen, en de subjectieve beoordeling van het eigen geheugen. Deze studie vormt een achtergrond voor het volgende hoofdstuk en focus op een grote steekproef van participanten zonder dementie in de midden tot late volwassenheid. Longitudinale analyses over twee meetmomenten tonen aan dat volwassenen met een hoger gevoel van doelgerichtheid negen jaar later een betere subjectieve beoordeling van het eigen geheugen geven.
In Hoofdstuk 7, ten slotte, onderzoeken we de longitudinale relatie tussen betekenisbeleving en psychologisch en cognitief functioneren voor WZC bewoners met de ZvA over drie meetmomenten. Cross-lagged analyses tonen aan dat bewoners die meer betekenis in het leven rapporteren één jaar later gemiddeld gezien ook minder depressieve symptomen hebben. We vinden daarentegen geen evidentie voor een sterk verband tussen betekenis en cognitief functioneren—een bevinding die de sterke cognitieve assumpties van de huidige conceptualisering van betekenis in het leven uitdaagt.
Samengevat benadrukt dit proefschrift de relevantie van betekenis in het leven voor ouderen met de ZvA, gezien zowel hun persoonlijke beschrijvingen als kwantitatieve analyses het belang van betekenis voor hun psychologische gezondheid aantonen.

Datum:1 okt 2015 →  31 dec 2020
Trefwoorden:Meaning in Life, Alzheimer's Disease, Well-being
Disciplines:Biologische en fysiologische psychologie, Algemene psychologie, Andere psychologie en cognitieve wetenschappen
Project type:PhD project