< Terug naar vorige pagina

Project

De staat of de markt lobbyen? Een studie van het strategisch gedrag van maatschappelijke organisaties

De politieke belangenbehartiging van maatschappelijke organisaties (cso’s) wordt vaak beschouwd als een belangrijk onderdeel van pluralistische politieke systemen. Groepen die uiteenlopende belangen vertegenwoordigen delen hun standpunten en expertise met beleidsmakers om het publieke beleid mee vorm te geven. De bestaande literatuur impliceert vaak dat cso’s weinig middelen hebben en dus beperkt zijn tot betogingen of het gebruik van petities. Het wordt echter steeds duidelijker dat cso’s veel verschillende belangenbehartigingsstrategieën kunnen gebruiken.

De literatuur over belangengroepen heeft deze strategieën in twee categorieën ingedeeld. Bij “inside lobbying” richten cso’s zich direct op beleidsmakers, terwijl bij “outside lobbying” cso’s zich richten op het publiek met hun campagnes. Een belangrijke dimensie is tot nu toe echter onderbelicht gebleven, namelijk wanneer cso’s zich op bedrijven of andere actoren in de privésector richten. De literatuur over sociale bewegingen heeft daarentegen deze “marktstrategieën” wel onderzocht, maar blijft beperkt tot confronterende strategieën en lata het na om “inside” strategieën – of directe contacten met bedrijven – te onderzoeken.

Dit proefschrift brengt deze perspectieven samen, om zo te onderzoeken waarom cso’s kiezen voor ‘marktstrategieën’ en deze combineren met belangenbehartigingsstrategieën gericht op beleidsmakers. Elk van de drie cumulatieve delen van dit proefschrift onderzoekt een verschillende keuze en bouwt op naar een beter inzicht in de strategische keuzes van cso’s. Op conceptueel vlak bouwt dit onderzoek verder op theorieën van “inside” en “outside lobbying” en de “political opportunity structures” benadering gehanteerd in studies van sociale bewegingen. Methodologisch gebruikt dit proefschrift exploratieve casestudies (hoofdstukken 3 en 4) en fuzzy-set qualitative comparative analysis (QCA) voor meting en analyse (hoofdstukken 6 en 7). In totaal onderzoek ik 28 verschillende cso-campagnes.

Het eerste deel van het proefschrift tracht te beantwoorden hoe en waarom cso’s inside en outside lobbying combineren in hun campagnes gericht op de staat. Dit onderdeel benadrukt dat combinaties van strategieën belangrijk zijn om te onderzoeken. Specifiek behandel ik de werking van elk type strategie en onder welke voorwaarden ze samen worden gebruikt. Hoofdstukken 2 en 3 tonen aan dat het combineren van “inside” en “outside” belangenbehartingsstrategieën een risico inhoudt voor cso’s, maar dat “outside lobbying” ook heel belangrijk kan zijn om de aandacht van beleidsmakers te trekken. Deze “outside” strategieën kunnen dus interessant zijn voor groepen met minder structurele macht.

Het tweede deel van het proefschrift onderzoekt waarom cso’s indirecte lobby strategieën gebruiken in hun campagnes. Deze ‘indirecte strategieën’ – wanneer cso’s zich naar de markt richten om publieke beleid te beïnvloeden of vice versa – brengen marktstrategieën in beeld. Hoofdstukken 4 en 5 beschrijven de twee soorten van indirecte strategieën: regelgevend en “surrogaat” politiek. Deze hoofdstukken tonen aan dat indirecte strategieën vaak worden gebruikt als de directe weg naar beleidsmakers is geblokkeerd. Deze indirecte strategieën hebben ook voordelen voor groepen, vooral voor mobilisatie van het publiek, en dit kan verklaren waarom cso’s deze strategieën gebruiken. Bovendien ontwikkelt hoofdstuk 5 een nieuw conceptueel kader om de belangenbehartigingsstrategieën van cso’s te onderzoeken ten opzichte van de staat en de markt.

Het laatste deel van het proefschrift geeft een antwoord op de centrale vraag van dit onderzoek: waarom combineren cso’s lobbystrategieën gericht op de staat en de markt in hun campagnes? Hier hanteer ik een breder perspectief om te onderzoeken hoe cso’s deze strategieën combineren op één kwestie en gedurende een bepaalde periode. Hoofdstukken 6 en 7 bouwen daarom verder op het werk in  de vorige delen. Deze hoofdstukken tonen aan dat er verschillen zijn tussen hoe cso’s hun strategieën gericht op de staat en de markt gebruiken. “Inside” strategieën behoren tot  de kern van campagnes gericht op de staat, terwijl “outside” strategieën belangrijker zijn ten opzichte van de markt. Er zijn twee soorten campagnes die marktstrategieën gebruiken: groepen die enkel gericht zijn op de markt, en groepen die marktstrategieën gebruiken om hun belangenbehartiging gericht op de staat te ondersteunen en mobilisatie van het publiek te bekomen. Structurele factoren zijn de voornaamste redenen waarom cso’s marktstrategieën gebruiken in hun campagnes, en meer financiële middelen stelt cso’s in staat om combinaties van strategieën te gebruiken als institutionele structuren minder open zijn.

Door de hele waaier aan strategieën die cso’s kunnen gebruiken te onderzoeken als ze publiek beleid proberen te beïnvloeden, toont dit proefschrift de gelijkenissen en verschillen tussen staat- en marktstrategieën aan. Het proefschrift toont de meerwaarde aan van beide strategieën te omvatten in studies naar belangenbehartiging door cso’s. De bevindingen zijn in het algemeen positief voor de vertegenwoordiging van burgers en de inclusie van cso’s in het politieke systeem. De meerderheid van cso’s in deze studie richten zich niet op de markt of op het publiek omdat ze uitgesloten werden van traditionele manieren van politieke vertegenwoordiging. Markstrategieën zijn echter een bewuste keuze om publieke mobilisatie te creëren of cso’s denken dat het de beste manier is om beleid te veranderen. Markstrategieën zijn dus geen indicatie dat benadeeld zijn, maar een reflectie van de creatieve belangenbehartigingsstrategieën die deze groepen gebruiken in hun pogingen om publiek beleid vorm te geven.

Datum:6 nov 2015 →  2 dec 2019
Trefwoorden:Social movements, non-governmental organisations, boycotts, lobbying
Disciplines:Internationale en vergelijkende politiek, Nationale politiek, Politiek gedrag, Politieke organisaties en instellingen, Politieke theorie en methodologie, Andere politieke wetenschappen
Project type:PhD project