< Terug naar vorige pagina

Project

Automatische audit en feedback als een middel om de kwaliteit van de eerstelijnszorg te meten en te verbeteren

Samenvatting

Dit proefschrift onderzocht geautomatiseerde audit en feedback naar patiënten en professionals toe als een middel om de kwaliteit van de eerstelijnszorg voor diabetes type 2 en chronische nierinsufficiëntie te meten en te verbeteren.

Inleiding

Hoewel audit en feedback een goed bestudeerde interventie is om de kwaliteit van de gezondheidszorg te beoordelen en te verbeteren, is er geen gouden standaard beschikbaar voor het ontwerp en de implementatie van deze interventie. Het betrekken van patiënten bij een audit- en feedback interventie kan een uitdaging zijn. Er is weinig bekend over de wensen en voorkeuren van patiënten wanneer ze interageren met hun gezondheidsdata die is opgeslagen in het elektronisch medisch dossier van de huisarts. Het blijft ook onduidelijk of patiënten überhaupt feedback willen krijgen over hun gezondheidsgegevens. Bovendien draagt recent onderzoek niet bij aan de verdere ontwikkeling van het audit en feedback onderzoek in het algemeen. Nieuwe studies bouwen niet voort op bestaande kennis om de factoren te onderzoeken die verantwoordelijk zijn voor het verbeteren van de effectiviteit van (geautomatiseerde) audit en feedback interventies. De vraag is niet meer of audit en feedback werkt (het werkt), maar wel hoe het werkt, vooral in de eerste lijn. Verder ontbreken ook kwaliteitsindicatoren die kunnen worden gebruikt in een geautomatiseerde audit en feedback interventie voor chronische ziekten in de eerstelijnszorg. Tenslotte moet de correcte registratie van diagnoses in het elektronisch medisch dossier van de huisarts worden verbeterd. Hierbij kan ook gebruik worden gemaakt van geautomatiseerde audit en feedback.

Methode

Om de wensen en voorkeuren van patiënten in verband met hun digitale gezondheidsgegevens te onderzoeken, werd een cross-sectioneel onderzoek uitgevoerd. Daarnaast werden patiënt gerelateerde kenmerken onderzocht om te kijken of ze een invloed hadden op 2 verschillende variabelen. Deze variabelen waren ‘het belang dat mensen hechtten aan het verkrijgen van gezondheidsinformatie via een patiënten portaal’ en ‘de verwachtingen omtrent hun gezondheid bij het gebruiken van een patiënten portaal’ (hoofdstuk 2). De effectiviteit van geautomatiseerde audit en feedback in de eerstelijnszorg en ondersteunende eigenschappen, belangrijk in het ontwerp van deze interventie, werden onderzocht met behulp van een systematische review (hoofdstuk 3). Verder werden 2 sets kwaliteitsindicatoren, extraheerbaar uit het elektronisch medisch dossier van de huisarts, ontwikkeld met een Rand-gemodificeerde Delphi-methode voor diabetes type 2 en chronische nierinsufficiëntie  (hoofdstuk 4). Om een volledige en correcte registratie van diagnoses in het elektronisch medisch dossier van de huisarts te verkrijgen, werd ten slotte een protocol voor een studie ontworpen. Hierin werd een strategie om een geautomatiseerde audit en feedback interventie in de eerste lijn uit te voeren, beschreven. (hoofdstuk 5).

Resultaten

Patiënten waren geïnteresseerd in het gebruik van een patiënten portaal om toegang te krijgen tot hun digitale gezondheidsgegevens en wilden feedback ontvangen op basis van deze gegevens die waren opgeslagen in het elektronisch medisch dossier van hun huisarts. Meer in detail ontvingen ze graag waarschuwingen of een vorm van communicatie via een patiënten portaal als ze actie moesten ondernemen om hun gezondheid te beheren. Bovendien hechtten mensen van middelbare leeftijd en zij die patient empowerment belangrijk vonden, meer belang aan het verkrijgen van gezondheidsinformatie via een patiënten portaal. Ook werden de verwachtingen die mensen hadden met betrekking tot hun gezondheid wanneer ze een patiënten portaal zouden gebruiken, beïnvloed door hun opleidingsniveau, hun interesse in shared decision making en de moeilijkheden die ze ondervonden bij het zoeken naar en het begrijpen van relevante gezondheidsinformatie.

In het algemeen waren geautomatiseerde audit en feedback interventies in de eerstelijnszorg effectief in het verbeteren van de kwaliteit van zorg bij driekwart van de geïncludeerde studies. Bovendien waren geautomatiseerde audit en feedback effectief in alle artikels die gericht waren op preventieve geneeskunde en medicatie veiligheid. Het gebruik van benchmarks bij het geven van feedback en het evidence-based aspect van feedback waren belangrijke en veelgebruikte kenmerken van geautomatiseerde audit en feedback in de eerstelijnszorg. Andere belangrijke kenmerken van geautomatiseerde audit en feedback in de eerstelijnszorg, zoals de frequentie van feedbackverstrekking en de cognitieve belasting van feedback, werden echter onregelmatig beschreven, wat aangeeft dat er een framework of methodologie nodig is om toekomstige audit- en feedbackinterventies te ontwerpen. Ook werden enkele voordelen van geautomatiseerde audit en feedback in de eerstelijnszorg geïndentificeerd zoals het potentieel om kosteneffectief te zijn, de schaalbaarheid van de interventie en het feit dat geautomatiseerde audit en feedback gebruikt kan worden voor verschillende procedures en aandoeningen.

Voor diabetes type 2 en chronische nierinsufficiëntie werden twee sets kwaliteitsindicatoren ontwikkeld, die extraheerbaar zijn uit het elektronisch medisch dossier van de huisarts. De eerste set kwaliteitsindicatoren voor diabetes type 2 omvatte 39 kwaliteitsindicatoren en bevatte categorieën zoals screening en preventie (3 QIs), diagnose (1 QI), management (24 QIs), complicaties van diabetes type 2 (8 QIs) en tenslotte 3 kwaliteitsindicatoren die werden toegevoegd door de panelleden. De tweede set kwaliteitsindicatoren voor chronische nierinsufficiëntie omvatte 36 kwaliteitsindicatoren voor verschillende aspecten van de eerstelijnszorg voor chronische nierinsufficiëntie en bevatte categorieën zoals definitie en classificatie (1 QI), diagnose en screening (1 QI), management (8 QIs) , behandeling (8 QIs), medicatie en patiëntveiligheid (6 QIs) en doorverwijzing naar een specialist (12 QIs).

Op basis van onze eerdere bevindingen werd een protocol ontwikkeld voor een cluster randomized controlled trial. Dit protocol beschreef een pilot implementatiestrategie voor een geautomatiseerde audit en feedback interventie om de volledige en correcte registratie van diabetes type 2 en chronische nierinsufficiëntie in het elektronisch medisch dossier van de huisarts te verbeteren. De kwaliteitsindicatoren met betrekking tot de diagnose die we in hoofdstuk 4 hebben ontworpen, werden in dit protocol gebruikt. Daarnaast werden er 4 andere kwaliteitsindicatoren gekozen uit de 2 sets die we ontwikkelden, zodat een basisevaluatie van deze 4 kwaliteitsindicatoren kon worden uitgevoerd. De geautomatiseerde audit en feedback interventie die werd ontworpen, omvatte ook de 4 kenmerken die we in onze systematische review hebben onderzocht, namelijk het gebruik van benchmarks, evidence-based feedback, frequent gegeven feedback en feedback met een lage cognitieve belasting. Verder zijn ook enkele exploratieve secundaire uitkomsten in dit protocol opgenomen. Deze exploratieve uitkomsten waren de correcte en volledige registratie van hartfalen en van enkele lifestyle en biometrische parameters in het elektronisch medisch dossier, namelijk rookgewoonten, lichaamsbeweging, alcoholgebruik, gewicht en lengte.

Conclusie

Dit proefschrift presenteerde nieuw onderzoek naar de impact en optimale omstandigheden van geautomatiseerde audit en feedback naar patiënten en professionals toe in de eerstelijnszorg. Patiënten werden geïdentificeerd als kritische zorggebruikers die feedback wilden op basis van hun digitale gezondheidsgegevens. Geautomatiseerde audit en feedback waren over het algemeen effectief in de eerste lijn, in het bijzonder voor preventieve geneeskunde en medicatieveiligheid. Voor diabetes type 2 en chronische nierinsufficiëntie werden twee sets kwaliteitsindicatoren ontwikkeld die uit het elektronisch medisch dossier van de huisarts kunnen worden gehaald. Bovendien werd een strategie ontworpen om de volledigheid van de gegevens in het elektronisch medisch dossier van de huisarts te verbeteren. Onze bevindingen droegen bij tot het ontwerp van een Covid-bewakingssysteem in de eerstelijnszorg en kunnen helpen bij het identificeren van prioritaire risicogroepen voor Covid-vaccinatie. In de toekomst zou dit onderzoek ook kunnen bijdragen aan het monitoren van de Covid-vaccinatiestatus van een populatie.

Datum:1 aug 2015 →  26 mei 2021
Trefwoorden:Electronic Health Record, Quality of Care
Disciplines:Onderwijscurriculum, Maatschappelijke gezondheidszorg, Gezondheidswetenschappen, Publieke medische diensten
Project type:PhD project