< Terug naar vorige pagina

Project

Publieke politiek: De ontwikkeling van de mediapoliticus in een transnationale communicatieve ruimte, jaren 1880-1910

Rond de twintigste eeuwwisseling waren versnelde sociale, politieke en technologische veranderingen verbonden met de opkomst van de massapers in Westerse samenlevingen. Welke impact had deze eerste vorm van massamedia op de rol van de politicus in dit tijdperk van versnelling? Tot nu toe is historisch onderzoek over het algemeen beperkt gebleven tot de studie van (specifieke) politici die concrete politiek bedreven binnen nationale of bilaterale contexten. Mediastudies bieden de concepten ‘mediatisering’ – en haar afgeleiden ‘personalisering’ en ‘celebritization’ – van de politiek, maar gaan ervan uit dat deze processen lineair en hedendaags zijn. Bovendien behandelen beide disciplines de politiek impliciet als een statisch veld. Dit proefschrift daarentegen historiseert en problematiseert deze concepten; analyseert de ontwikkeling van een nieuw type politicus binnen een transnationale context; en toont de vorming van een breder politiek veld. Geleid door de notie van een ‘transformatie van zichtbaarheid’ (Thompson 1995) stelt het proefschrift dat de opkomende massapers leidde tot een professionalisering en een nieuwe functie van de ‘mediapoliticus’ in een breed communicatief veld van ‘publieke politiek’. Politici hadden een geschiedenis van interactie met media, maar nu werd deze interactie een kernonderdeel van hun politiek. In deze interactie (her)vormden journalisten en politici verwachtingen voor een politicus om in contact te treden met een lezerspubliek, om zijn relaties met de pers te managen en om publiciteit te zoeken via publicaties, toespraken en evenementen. Omdat de mediagenieke kenmerken en persoonlijkheid van deze politicus overeenkwamen met de commerciële logica van de competitieve massapers, werd hij een ‘beroemdheidsmerk’. Daarnaast fungeerde deze politicus als ‘communicatief anker’ dat overlappende identiteiten vastlegde en stabiliseerde, en kranten in staat stelde om hem te gebruiken als protagonist om de complexiteit van versnellende sociale en politieke veranderingen aan lezers te vertellen. Om echter te concurreren in een ‘aandachtseconomie’ moest de mediapoliticus voortdurend zijn zichtbaarheid in evenwicht houden. Over het geheel genomen veranderden deze perspolitieke ontwikkelingen het veld van de politiek in een situatie waarin zichtbaarheid de standaardverwachting was. Deze publieke politiek bracht politici dichter bij de mensen en faciliteerde een gemedieerde relatie van ‘vertrouwen’ tussen hen, wat zowel een democratiserende als ontdemocratiserende dynamiek vormde. Dit argument wordt gemaakt door vier politieke figuren te analyseren die bijzonder zichtbaar waren in de pers, maar die bredere perspolitieke patronen vertegenwoordigden: de Britse koloniaalsecretaris Joseph Chamberlain, de Kaapse premier Cecil Rhodes, de Duitse kanselier Bernhard von Bülow en de Duitse keizer Wilhelm II. Op een secundair niveau worden deze figuren vergeleken met de Belgische koning Leopold II en de Amerikaanse president Theodore Roosevelt, evenals met voorbeelden uit andere landen. De analyse is gebaseerd op een kwalitatieve en kwantitatieve studie van historische kranten, evenals op (auto)biografieën en correspondentie van politici en persleden.

Datum:1 feb 2015 →  21 jun 2019
Trefwoorden:mass media, political legitimacy
Disciplines:Curatoriële en aanverwante studies, Geschiedenis, Andere geschiedenis en archeologie, Kunststudies en -wetenschappen, Artistiek ontwerp, Audiovisuele kunst en digitale media, Erfgoed, Muziek, Theater en voorstelling, Visuele kunsten, Andere kunsten, Productontwikkeling, Studie van de regio's
Project type:PhD project