< Terug naar vorige pagina

Project

Het recht op sociale zekerheid in de Europese Unie: een rechtsvergelijkende analyse op basis van de constitutionele tradities gemeen aan de EU-lidstaten, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en het Europees Sociaal Handvest.

De financiële en de daarmee samenhangende economische crisis (2008) hadden een belangrijke impact op de economieën van de lidstaten van de EU. Verschillende EU-lidstaten hadden namelijk nood aan bijkomende financiële ondersteuning. In ruil voor deze hulp moesten de lidstaten in kwestie verregaande hervormingen doorvoeren in hun nationale socialezekerheidsstelsels. Er is een merkbare evolutie dat de EU sinds de financiële en economische crisis haar bevoegdheden om de begrotingen van de lidstaten te coördineren en te controleren, extensiever uitoefent; ook voor zij die geen beroep doen financiële ondersteuning. Zo hebben de aanbevelingen onder het Europees Semester niet alleen betrekking op de nationale economie, maar ook op de nationale socialezekerheidsstelsels. Vanuit verschillende hoeken, zoals het Europees Parlement, internationale organisaties, zoals de Raad van Europa en de IAO, Ngo’s en academici, vraagt men zich af of de economische monitoringsmaatregelen wel de fundamentele sociale rechten respecteren, zoals we die terugvinden op nationaal, internationaal en EU niveau. Dit vraagstuk maakt deel uit van een ruimer debat naar de legitimiteit van de EU, waar ook andere thema’s centraal staan, zoals de impact van het EU-burgerschap, en meer specifiek de vrees voor “social benefit tourism” en sociale fraude.

Eén van de vragen die steeds terugkomt in zowel het academisch als het maatschappelijk debat, is de vraag naar de rol van fundamentele sociale rechten in de EU. Zo heerst er nog steeds heel wat onduidelijkheid over de inhoud en de concrete werking van deze rechten in het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie (HGEU). Om die reden gaat dit proefschrift nader in op één grondrecht, namelijk het recht op sociale zekerheid, en wenst het bij te dragen tot de ontwikkeling van dit recht in de Europese Unie. Daarbij maakt dit proefschrift gebruik van de methode van algemene beginselen van Unierecht, en wordt een aanpak voorgesteld om de sociale rechten in het HGEU verder vorm te geven. Hierbij wordt voortgebouwd op de reeds bestaande rechtspraak van het Hof van Justitie inzake algemene beginselen van Unierecht, om de continuïteit en rechtszekerheid in de Unierechtsorde te garanderen.

Het proefschrift bestaat uit drie onderdelen, met name:

1. Een analyse van het recht op sociale zekerheid, zoals we dit nu terugvinden in art. 34 HGEU, en van de algemene bepalingen in Titel VII HGEU. Dit gebeurt aan de hand van een analyse van het HGEU zelf, de rechtspraak van het Hof van Justitie en de rechtsleer terzake;

2. Een rechtsvergelijkende analyse van het recht op sociale zekerheid, zoals aanwezig in de internationale verdragen (met name het Europees Sociaal Handvest en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens) en de constitutionele tradities gemeen aan de EU-lidstaten. Dit stuk sluit ik af met een overzicht van de verschillende manieren waarop het recht op sociale zekerheid kan worden ingevuld;

3. Een analyse van de eigenheid van de EU-rechtsorde inzake sociale zekerheid; om vervolgens af te sluiten met een confrontatie van de bevindingen in de voorgaande delen met Deel 3. Op basis hiervan formuleert dit onderzoek enkele voorstellen over hoe het recht op sociale zekerheid vorm kan krijgen in de EU, gelet op de specifieke eigenheid van de EU. Elk van deze voorstellen wordt ook bekeken in het licht van een specifiek beleidsdomein. Op die manier gaat het onderzoek na hoe het recht op sociale zekerheid concreet vorm kan krijgen in de EU.

Datum:1 sep 2013 →  7 sep 2018
Trefwoorden:Right to social security, Charter of Fundamental Rights of the EU, EU economic monitoring
Disciplines:Rechten
Project type:PhD project