< Terug naar vorige pagina

Project

Preventieve conservatie strategie voor gebouwd erfgoed gericht op duurzaam beheer en lokale ontwikkeling

Verschillende Europese en internationale acties geven in toenemende mate het belang aan van een duurzame aanpak om de bestaande gebouwenvoorraad te beheren en de rol van gebouwd erfgoed in dit proces. Lopend onderzoek in het kader van de UNESCO leerstoel over preventieve conservatie, onderhoud en monitoring van monumenten en sites (PRECOM³OS) toont aan dat het behoudbenaderingen voor gebouwd erfgoed vooral gericht zijn op curatieve conservatie en herstellende behandelingen, dewelke niet altijd leiden tot het verwijderen van oorzakelijke factoren of het minimaliseren van de impact van deze factoren op erfgoed waarden. Eens een historische structuur geconserveerd of gerestaureerd is, kan deze terug keren naar een omgeving die leidt tot verdere schade, die waarschijnlijk toekomstige interventies vereist en mogelijks een herhalend patroon van de behandeling met zich meebrengt. Een alternatieve benadering is preventieve conservatie, een aanpak die start vanuit periodieke toestandsbeoordelingen, vroegtijdige schade detectie en geplande interventies om schade aan historische structuren te minimaliseren en efficiënt gebruik van middelen op lange termijn te faciliteren.

Hoewel heel wat onderzoeksvooruitgang is geboekt voor specifieke onderdelen met betrekking op duurzame ontwikkeling en preventieve conservatie, blijft het onduidelijk waarom de preventieve conservatie benadering niet op grote schaal is verspreid en geïmplementeerd is in het gebouwde erfgoedveld. Daarom richt dit onderzoek zich tot het specifieke probleem van het operationaliseren van preventieve conservatie in een context van duurzame ontwikkeling. Hierbij is de centrale onderzoeksvraag: Welke innovaties en veranderingen zijn nodig in de bestaande gebouwde erfgoed sector om een preventief conservatie systeem gericht op duurzaam beheer en lokale ontwikkeling te operationaliseren?

Het doctoraatsonderzoek resulteerde in een preventieve conservering strategie (PRECO-Strat), die een relevante en nieuwe aanpak met zich meebrengt om innovaties en veranderingen in de bestaande gebouwde erfgoed sector te implementeren. PRECO-Strat is gebaseerd op 2 fundamentele bouwstenen, namelijk (1) het Preventieve Conservatie Systeem (PCS), die de impact van een preventieve conservatie aanpak op duurzaam beheer en lokale ontwikkeling structureert en (2) het Multi-Level Perspectief (MLP) of quasi-evolutionair model gebaseerd op sociotechnische innovaties en evolutionaire economie die opkomende innovatie patronen en dynamieken aantoont.

Gedurende het onderzoeksproces is het multi-level perspectief geïmplementeerd in 4 gevalstudies die de ontwikkeling van de verschillende preventieve conservering systeemcomponenten analyseren in de gebouwde erfgoed sector. Naast het Vlaams Gewest in België als voornaamste case study, zijn 3 kleinere theoretisch geselecteerde case studies geanalyseerd, namelijk (1) een onderhoudscampagne in Susudel, Ecuador (2) het Monza Brianza distretto culturale in Italië en (3) een cluster van behoudactiviteiten in de oude stad van Kuldīga, Letland.

Het onderzoeksproces toont de effectiviteit van de 2 bouwblokken aan in het ontwikkelen van nieuwe kennis over en inzicht in de gebouwde erfgoed sector als een complex systeem. De analyse op basis van het PCS omvat diverse inzichten en biedt de mogelijkheid om bepaalde factoren die over het hoofd worden gezien in de context van duurzaam beheer en ontwikkeling te identificeren. Daarnaast, leidt het gebruik van het PCS in gebouwd erfgoed gevalstudie onderzoek tot het identificeren van interventies en organisatorische mechanismen die effectief lijken, maar inefficiënt zijn in specifieke situaties. De implementatie van het MLP voor de gebouwde erfgoed sector genereerde een eerste reeks van innovatie mechanismen en identificeert factoren die verbetering faciliteren of belemmeren voor specifieke lokale gevalstudies. Daarnaast demonstreert de MLP implementatie aanzienlijk potentieel om traditionele benaderingen tot het beoordelen van erfgoed interventies en managementbeslissingen te verrijken door inefficiëntie in een groter en complex systeem te identificeren.

De uitkomst van het iteratief uitvoeren van empirisch onderzoek en het analyseren van de praktische gevalstudies resulteerde in de identificatie van de specifieke en gemeenschappelijke kenmerken van innovaties en veranderingen die nodig zijn om een preventief conservatie systeem in te voeren in de bestaande gebouwde erfgoed sector. Het onderzoek toonde aan dat het meest efficiënte mechanisme om verandering te bewerkstelligen een opeenvolging van kleinere initiatieven is, ontwikkeld door een lokale koploper, uitgaande van een operationeel niveau en onmiddellijke behoeften, met voldoende organisatorische autonomie, met een uitgebreid aantal toepassingen en binnen een bepaalde geografische concentratie. In tegenstelling tot deze geografisch of organisatorisch geconcentreerde kenmerken, is de operationalisering van een innovatie op lange termijn een coevolutie proces. Dit houdt in dat zelfs als een optimale PRECO-Strat kan worden gedefinieerd voor een specifieke gevalstudie, het nog steeds noodzakelijk is om suboptimale componenten aan te passen voor operationalisering.

De belangrijkste beperking van dit onderzoeksproces heeft betrekking op het ontbreken van een lange-termijn monitoring van de innovatie mechanismen en hun impact. Dit onderzoek is vooral gericht op het definiëren van innovatieve modellen in plaats van het afleveren van een volledig afgerond en functioneel project. De resultaten van dit onderzoek kunnen verder worden ontwikkeld als een praktisch kader om lokale systemen te begrijpen door middel van lange termijn retrospectieve gevalstudies en transitiemanagement als actieonderzoeksmethode.

Datum:1 jan 2013 →  30 jan 2017
Trefwoorden:preventive conservation, built structures and heritage, sustainable management, local development, maintenance, monitoring
Disciplines:Conservatie-restauratiewetenschappen, Toegepaste economie, Economische geschiedenis, Macro-economie en monetaire economie, Micro-economie, Toerisme, Management, Bouwkunde en gebouwentechnologie
Project type:PhD project