< Terug naar vorige pagina
Project
Het effect van tewerkstelling op de mentale gezondheid van jonge sociaal kwetsbare bevolkingsgroepen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (dossier 2) (BRGEOZ258)
Op basis van de bestaande literatuur weten we enerzijds dat de mentale gezondheid van werklozen slechter is dan deze van hun werkende generatiegenoten. Anderzijds is geweten dat zwakkere groepen in de samenleving nadelige gezondheidskenmerken accumuleren. Arbeid is daarbij een zeer belangrijk aspect. Tevens is er een hoge werkloosheid bij de jongeren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Dit onderzoek gaat zich in het bijzonder richten op de sociale ongelijkheid in (zelf- gerapporteerde) mentale gezondheid vanuit het perspectief van de laaggeschoolde werkloze jongeren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een longitudinaal kwalitatief en kwantitatief onderzoeksopzet. Het kwantitatieve luik zal door middel van een gestandaardiseerde vragenlijst op 3 meetmomenten ernaar streven om een aantal van 750 respondenten te bevragen. De mentale gezondheid zal hierbij bevraagd worden door middel van de MHI-5 en de GHI-12. Door de vergelijking van de verzamelde data op drie verschillende meetmomenten zal het mogelijk zijn om uitspraken te formuleren met betrekking tot de evolutie van de mentale gezondheid van laaggeschoolde jongeren alsook de impact van de verschillende begeleidingstrajecten waarin deze jongeren terecht komen. Door in het tweede en derde meetmoment bij de werkende respondenten de kwaliteit van de arbeid te bevragen stelt de data ons evenals in staat te kijken naar diens invloed op de mentale gezondheid. Het kwalitatieve luik, dat zal bestaan uit diepte-interviews, beoogt door middel van narratief onderzoek het verhaal achter deze resultaten te schetsen.
De resultaten van dit onderzoek kunnen gevaloriseerd worden door de verschillende instellingen die werken met of rond het thema van de jongerenwerkloosheid en welzijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarnaast kunnen deze resultaten meer inzichten verschaffen over de gevolgen voor het mentaal welzijn van jongeren in de verschillende begeleidingstrajecten waarin zij momenteel terecht komen.
Dit onderzoek gaat zich in het bijzonder richten op de sociale ongelijkheid in (zelf- gerapporteerde) mentale gezondheid vanuit het perspectief van de laaggeschoolde werkloze jongeren. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een longitudinaal kwalitatief en kwantitatief onderzoeksopzet. Het kwantitatieve luik zal door middel van een gestandaardiseerde vragenlijst op 3 meetmomenten ernaar streven om een aantal van 750 respondenten te bevragen. De mentale gezondheid zal hierbij bevraagd worden door middel van de MHI-5 en de GHI-12. Door de vergelijking van de verzamelde data op drie verschillende meetmomenten zal het mogelijk zijn om uitspraken te formuleren met betrekking tot de evolutie van de mentale gezondheid van laaggeschoolde jongeren alsook de impact van de verschillende begeleidingstrajecten waarin deze jongeren terecht komen. Door in het tweede en derde meetmoment bij de werkende respondenten de kwaliteit van de arbeid te bevragen stelt de data ons evenals in staat te kijken naar diens invloed op de mentale gezondheid. Het kwalitatieve luik, dat zal bestaan uit diepte-interviews, beoogt door middel van narratief onderzoek het verhaal achter deze resultaten te schetsen.
De resultaten van dit onderzoek kunnen gevaloriseerd worden door de verschillende instellingen die werken met of rond het thema van de jongerenwerkloosheid en welzijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Daarnaast kunnen deze resultaten meer inzichten verschaffen over de gevolgen voor het mentaal welzijn van jongeren in de verschillende begeleidingstrajecten waarin zij momenteel terecht komen.
Datum:1 jun 2014 → 1 mrt 2018
Trefwoorden:Sociology Of Culture, Time Managment, Education And Citizenship, Time Use And Time Budget, Transfer Of Values, Sociology Of Teaching, Youth Culture, Political Culture, Cultural Change
Disciplines:Culturele sociologie