< Terug naar vorige pagina

Project

De verplichting van de overheid om economische en sociale rechten te beschermen tegen inbreuken door transnationale ondernemingen: rechtsgeschillen inzake gezondheidsproblemen naar aanleiding van grondstofwinning.

In principe legt de mensenrechtenwetgeving niet rechtstreeks verplichtingen op aan particuliere actoren, zoals transnationale corporaties (TNC's). Staten zijn echter verplicht hun burgers te beschermen tegen schendingen door TNC's. Zij zouden dus wetgevende of andere maatregelen moeten nemen die de activiteiten van TNC's regelen in overeenstemming met de mensenrechtennormen. Bijgevolg zijn TNC's indirect gebonden aan mensenrechtennormen, via nationale wetgeving. Veel ontwikkelingslanden regelen de activiteiten van TNC's echter niet op een passende wijze om een ​​aantrekkelijk investeringsklimaat te behouden in het kader van hun ontwikkelingsbeleid. Het onderzoeksproject zal analyseren of de verplichting van ontwikkelingslanden om te beschermen kan worden afgedwongen door middel van procesvoering, al dan niet gesteund door een politieke strategie. Kunnen rechters de versterking of handhaving van regelgeving rechtstreeks vereisen of indirect aanmoedigen volgens de mensenrechtennormen? Op het fundamentele niveau kan dit worden belemmerd door het principe van de scheiding van bevoegdheden (het verbieden van de rechterlijke macht van inmenging met de uitvoerende of wetgever) en de normatieve positie van de mensenrechten binnen de hiërarchie van wettelijke normen. Op praktisch niveau moet worden beoordeeld of geschillen door de slachtoffers passend geacht worden en of en onder welke omstandigheden het succesvol zal zijn. Hiervoor wordt een casestudy uitgevoerd over gezondheidsproblemen die worden veroorzaakt door bronnenwinning in Zuid-Afrika en Nigeria.
Datum:1 okt 2015 →  30 sep 2017
Trefwoorden:MENSENRECHTEN
Disciplines:Rechten
Project type:Samenwerkingsproject