< Terug naar vorige pagina

Project

De visdiversiteit van de Burundese rivieren en de impact van menselijke activiteiten op deze ichthyofauna

De doelstellingen van deze studie zijn: het compileren van de meest recente informatie inzake de visbiodiversiteit van de Burundese riviersystemen; het verifiëren en waar nodig reviseren van taxa met taxonomische problemen en het beschrijven van nieuwe soorten; het identificeren van de voornaamste omgevingsvariabelen die geassocieerd kunnen worden met de visverspreiding in het BovenMalagarazibekken; en het identificeren van factoren die deze visbiodiversiteit mogelijk in gevaar kunnen brengen. </>
Om deze doelstellingen te bereiken, werd de studie gebaseerd op tweebelangrijke componenten: een biodiversiteitscomponent en een ecologische/omgevingscomponent: </>
De biodiversiteitscomponent:</></> Op basis van literatuurgegevens en een studie van de in musea beschikbare specimens, werd een checklist van de riviervissen van Burundi opgesteld. Een totaal van 15 families, 42 genera en 90 beschreven soorten werd gerapporteerd voor het land. </>
Verdere staalnames werden gedaan in de BovenMalagarazi, waarvoor nu 75 soorten gekend zijn, waaronder 10 nieuwe soortmeldingen voor de regio. Gebaseerd op deze bijkomende gegevens werd een sleutel opgesteld voor de visfamilies die voorkomen in het gehele rivierbekken en voor alle soorten die gekend zijn uit de BovenMalagarazi. </>
Vier nieuwe soorten werden gevonden tijdens de studie, namelijk Barbus</> sp. ascutelatus, Chiloglanis</> sp. musasae and Clariallabes</> sp. nyaruhandazi, waarvoor de beschrijvingen nog in voorbereiding zijn, en Barbus</> sp. devosi, waarvoor de beschrijving in druk is. </>
Een alfataxonomische revisie van het cichlidengenus Astatoreochromis</> werd uitgevoerd. Daar waar de tellingen duidelijk de populaties van de Victoriameerregio (Astatoreochromis alluaudi</>) onderscheidenvan deze van het Tanganyikabekken (A. vanderhorsti</> en A. straeleni</>), werd er geen duidelijk verschil gevonden tussen de twee laatstgenoemde soorten. Astatoreochromis vanderhorsti</> werd daarom als een juniorsynonym van A. straeleni</> beschouwd; De twee overblijvende valide soorten, A. alluaudi</> en A. straeleni</>, werden herbeschreven. </>
Deecologische/omgevingscomponent:</></> Onderzoek naar de relaties tussen de verspreiding van de vissen en de omgevingsparameters werd uitgevoerd op twee geselecteerde delen van de Malagarazi en de Rumpungwe rivieren. Het belang van de oevervegetatie werd aangetoond. Drie olifantssnuitvissen, met name Gnathonemus longibarbis</>, Pollimyrus nigricans</> en Marcusenius macrolepidotus</>, hebben een significante voorkeur voor met papyrus begroeide oevers, daar waar de delen van de rivier met overwegendwoud begroeide oevers zeldzame soorten herbergen zoals Synodontis melanostictus</> en S.</> cf. nigromaculatus</>, Distichodus maculatus</>, enAlestes macrophthalmus</>. Onze resultaten toonden aan dat de verspreiding van de vissen in het Malagarazideel voornamelijk beantwoorden aan een gradiënt van een waterkwaliteitsparameter, met name de conductiviteit, en een habitatparameter, met name de breedte van het rivierkanaal. De Rumpungwevisgemeenschap leek minder gestructureerd te zijn. De waterconductiviteit bleek zeer variabel te zijn in de Malagarazirivier (88,0 537,0 µS/cm) en hoogst waarschijnlijk beïnvloed te worden door de instroom van afvalwater vanuit de suikerrietplantages en de lokale raffinaderij. Drie genera van Cyprinidae, met name Labeo</>, Labeobarbus </>en Opsaridium </>schijnen het meest negatief beïnvloed te zijn, daar zij volledig afwezig waren (Labeobarbus</>) of zeer zeldzaam waren (Labeo </>en Opsaridium</>) in de vangsten in de regio die onder invloed van de raffinaderij staat. Daarentegen, bleken Barbus</> paludinosus</> en Brycinusimberi </>relatief tolerant te zijn, daar ze er in grote aantallen voorkwamen. Daar Cyperus papyrus</>, de dominante vegetatie in de omstreken van de fabriek, in de literatuur wordt beschouwd als een nutriëntenfilterval, suggereren we om deze vegetatie te beschermen of zelf te herstellen in bepaalde gebieden, om de zelfreinigende capaciteit van de rivier te verhogen.</>
De bevindingen van deze studie hebben implicaties voorhet beheer van het geplande natuurreservaat in het Boven Malagarazibekken.</>
Datum:1 okt 2008 →  23 nov 2012
Trefwoorden:fishes, Burundi, Malagarazi, Rusizi, Africa, biodiversity
Disciplines:Geologie, Aquatische wetenschappen, uitdagingen en vervuiling, Visserij, Dierkundige biologie
Project type:PhD project