< Terug naar vorige pagina

Project

Leven en dood van legioensoldaten in derde-eeuws Egypte. Een interdisciplinair onderzoek van grafmonumenten van Legio II Traiana Fortis.

'Aan de goden Manes</>. Aan Aurelia Serapias, die 17 jaar, 4 maanden en 10 dagen leefde. 
Barbius Saturninus, polio</> of legio II Traiana fortis</>, heeft (dit monument) laten maken voor zijn onvergelijkbare en zeer vrome vrouw, uit erkentelijkheid.' (CIL</> III 14126(1))

Dit opschrift is te vinden op het grafmonument van Aurelia Serapias, de jonge vrouw van een soldaat van legio IITraiana fortis</>. Op haar monument is ze al liggend op een klinè </>afgebeeld, met haar linkerelleboog rustend op een kussen. Deze voorstelling van de overledene is vakkundig uitgevoerd. Het is slechts één van de 92 grafmonumenten die afkomstig zijn van de 
necropool van Nikopolis in Egypte en besproken worden in mijn editie. Hoewel in totaal 145 grafmonumenten gevonden werden in Nikopolis heb ik 
slechts degenen die verband houden met legio II Traiana fortis</> 
opgenomen in mijn editie. De grafmonumenten die opgericht werden voor 
soldaten van andere legereenheden gelegerd in Nikopolis (legiones III Cyrenaica</> en XXII Deiotariana</> en in mindere mate diverse alae </>en de Alexandrijnse vloot) werdenbuiten 
beschouwing gelaten omdat deze, in tegenstelling tot degrafmonumenten 
van de soldaten van legio II Traiana fortis</>, geen afbeelding van 
de overledene bevatten. In tegenstelling tot eerder verschenen edities, 
waarin weinig aandacht werd besteed aan deze voorstellingen van de 
overledene, is de iconografie één van de zwaartepunten in mijn 
onderzoek. 

Het stadje Nikopolis werd kort na de slag bij Actium 
in31 v.Chr. gesticht door Octavianus ter ere van zijn overwinning op de
troepen van Marcus Antonius en Cleopatra. Het nabijgelegen legerkamp 
werd vermoedelijk rond dezelfde periode opgericht, niet zozeer om 
strategische maar wel om politieke redenen. Legio IITraiana fortis </>was
vanaf c. 125 tot de achtste eeuw n.Chr. gevestigd in dit legerkamp. 
Sommige grafmonumenten werden ter plekke gevonden eind negentiende eeuw,
maar de meerderheid werd aangekocht op de zwarte markt zonder enige 
informatie over de vindplaats. Als gevolg van deze situatie worden de 
grafmonumenten vanNikopolis bewaard in diverse musea: de meerderheid 
bevindt zich in het Grieks-Romeins Museum van Alexandria, maar 
verschillende grafmonumenten belandden via de zwarte markt in musea in 
Brussel, Londen, Parijs, Marseille, Barcelona, Stockholm, Uppsala 
(Zweden), Edinburgh, Warschau en zelfs Brooklyn en Baltimore. 
Verschillende grafmonumenten, die vermeld worden in vroegere 
publicaties, zijn nu zelfs vermist (een grafmonument, vroeger bewaard 
in Schwerin, raakte spoorloos tijdens de Tweede Wereldoorlog). 

De meeste grafmonumenten zijn reeds gepubliceerd, maar toch is er nood aan een nieuwe editie, zoals andere onderzoekers reeds opgemerkt hebben. Ten eerste is dit de eerste keer dat de grafmonumenten als een geheel bestudeerd worden: de meeste grafmonumenten zijn afzonderlijk gepubliceerd, niet zelden als onderdeel van een museumcollectie of in lokaletijdschriften, waardoor ze niet altijd even toegankelijk zijn voor onderzoekers. Ten tweede werd de meerderheid van de grafmonumenten uitgegeven in epigrafische corpora bijna 100 jaar geleden. Deze edities beantwoorden niet helemaal meer aan de noden van moderne onderzoekers: zo is er bijvoorbeeld weinig aandacht voor de datering van de grafmonumenten of voor de afbeelding van de overledene. Het doel van mijn werk is om deze gebreken te verhelpen en een degelijke editie te presenteren, met aandachtvoor zowel de epigrafische als iconografische kenmerken van de Nikopolis grafmonumenten. 

Aangezien de herkomst van de grafmonumenten meestal onzeker is, heb ik verschillende criteria gebruikt om een herkomst van de necropool van Nikopolis vast te stellen. Deze criteria worden besproken in hoofdstuk 1. Eén van de meest belangrijke criteria is het overwegend gebruik van 
marmer, een dure materiaalsoort in Egypte. In hoofdstuk 2 leg ik uit hoe de editie, die ik ondergebracht heb in hoofdstuk 3, is opgebouwd en ga ik in op de criteria die gebruikt werden om de grafmonumenten te dateren. In hoofdstukken 4 en 5 tenslotte bespreek ik de opschriften en 
afbeeldingen van de overledenen. De grafmonumenten van de soldaten van legio II Traiana fortis </>lijken op het eerste zicht heel Romeins, wat onderzoekers reeds eerder opgemerkt hebben, maar bijkomend onderzoek wijst uit dat zowel de opschriften als de afbeeldingen lokale invloeden vertonen. Deze invloed is wel vrij beperkt, in tegenstelling tot de grafmonumenten van de 
vrouwen en kinderen van de soldaten. Zowel de opschriften als de afbeeldingen vertonen meer variatie dan die van de soldaten zelf. Qua uitvoering zijn ze gelijkaardig met die van de soldaten en dus Romeins, maar de voorstelling zelf is Grieks in herkomst en de attributen waarmee
ze afgebeeld worden zijn voornamelijk Grieks of Egyptisch (bv. de Horus valk). In het zesde en laatste hoofdstuk ga ik dieper in op een editoriaal probleem, met name de formule waarmee soldaten de eenheid waartoe ze behoorden aanduiden in de opschriften. De frequentie van deze
formule inde Nikopolis opschriften is opvallend en onderzoekers spreken daarom zelfs van een 'legio II Traiana'</> patroon. Voordat ik de formulezelf onderzoek geef ik achtergrondinformatie over de structuur en organisatie van de legioenen in de Keizertijd, met in het bijzonder aandacht voor de legerfuncties die ter sprake komen in de Nikopolis grafopschriften.
Datum:1 okt 2008 →  3 okt 2012
Trefwoorden:Epigraphy, Military tombstones, Roman Egypt, Roman army
Disciplines:Theorie en methodologie van de historische wetenschappen, Geschiedenis
Project type:PhD project