< Terug naar vorige pagina

Project

Brandveilig constructief ontwerp: toepassing van de nieuwe op performantiecriteria gebaseerde ontwerpcodes.

De kennis betreffende de modellering van het gedrag van een structuur bij brand is niet of slechts in geringe mate aanwezig bij studiebureaus en KMOs. Bovendien komt dit aspect (te) weinig aan bod binnen de ingenieursopleidingen in Vlaanderen. Een goede berekeningsmethode berust op een juiste keuze van de globale analyse van de structuur, materiaalgedrag en randvoorwaarden, die wezenlijk verschillend zijn bij brand. Alleen realistische aannames leiden tot een model dat de werkelijkheid zo goed mogelijk benadert. De laatste fase in het tot stand komen van de structurele eurocodes betekent meteen ook een stroomversnelling in de normering op vlak van brand. Deuren naar op performantiecriteria gebaseerde ontwerpmethodieken worden geopend, in tegenstelling tot de huidige prescriptieve regels, op voorwaarde dat de gelijkwaardigheid tussen het ontwerpvoorstel en de gestelde eisen kan aangetoond worden. Meestal acht de brandweer zich onvoldoende bekwaam om de op performantiecriteria gebaseerde berekeningen te beoordelen en verwijst door naar de Commissie voor Gelijkwaardigheid en afwijking van het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Deze worden overstelpt met aanvragen waardoor een aanzienlijke termijn tussen het indienen van het dossier en de goedkeuring verloopt waardoor de duur van het bouwproces flink toeneemt. Een leidraad voor de Commissie voor Gelijkwaardigheid en Afwijking, die de aanvrager door de procedure loodst is wenselijk. Om een werkzame procedure te garanderen, is de goedkeuring van de leidraad door het Ministerie van Binnenlandse zaken onmisbaar. Vandaar dat de overheid bij dit project betrokken is. Een eenduidige procedure, die een snellere afwikkeling en de beoogde veiligheid garandeert, moet potentiële investeerders naar Vlaanderen tronen. Het brandveilig constructief ontwerp wordt door de aangereikte vrijheid complexer. Producenten van software spelen in op deze trend door een waaier aan programmatuur aan te bieden. Vanuit de ontwerpers bestaat de vraag naar een duidelijke afbakening van het toepassings- en geldigheidsgebied. In een guide of best practice worden de mogelijkheden en beperkingen van bepaalde ontwerpinstrumenten en software en de invloed van de randvoorwaarden en vereenvoudigingen op de resultaten geschetst. Praktijkvoorbeelden worden uitgewerkt met behulp van getabellariseerde data (nomogrammen), vereenvoudigde rekenmodellen en gevalideerd aan de hand van geavanceerde rekenmodellen. Via deze case studies wordt het toepassingsgebied van de verschillende ontwerpinstrumenten met verschillende graad van complexiteit in kaart gebracht. Generische aanbevelingen worden geformuleerd naar software-producenten toe voor verdere ontwikkelingen in het kader van eventuele vervolgprojecten. Naast het algemene kader richt het project zich eveneens op industriële gebouwen, waar met de goedkeuring van de nieuwe Bijlage 6 bij het Koninklijk Besluit door de Hoge Raad voor Beveiliging tegen brand en ontploffing, de deur geopend wordt naar het concept van structural FSE. Richtlijnen bij de interpretatie van de definities van structurele elementen type I en type II ontbreken. Een foute inschatting van het type element legt strengere eisen op naar brandwerendheid met nadelige economische gevolgen. Het project biedt hier een antwoord op en stuurt mee bij de indeling in klassen naargelang de brandbelasting, die omwille van het bestemmingsgebonden karakter, buiten de bevoegdheid van het Ministerie van Binnenlandse Zaken valt. Een doeltreffende introductie van de gewijzigde aanpak in het brandveilig constructief ontwerp van gebouwen vergt initiatieven voor de verspreiding van de beschikbare informatie en de kennis, opgedaan in het project. Twee doelgroepen worden beoogd: de industrie en het onderwijs. De industrie ontvangt de resultaten van het project via verschillende initiatieven. Om een dynamiek binnen dit project te garanderen, worden studiedagen ingepland. Een leidraad, een guide of best practice, richtlijnen en een boekvolume met uitgewerkte case studies worden gepubliceerd. De verspreiding van informatie en resultaten wordt ondersteund door een informatieve website, met een breed publiek toegankelijk luik. Een luik gericht op de leden van de gebruikerscommissie, ontvangers in eerste lijn van de resultaten van het project, wordt beveiligd. De ACTIEVE inbreng van de leden van de gebruikerscommissie is vereist, door deelname aan en (mede-) organisatie van interactieve workshops, software-opleidingen enz. Tussentijdse bijeenkomsten met de leden van de gebruikerscommissie worden benut voor bezoeken aan laboratoria, bedrijven of bouwkundige realisaties, het uitwerken van ontwerpen op basis van performantie gerichte methoden, overdracht van informatie vanuit de achterban van de leden van de gebruikerscommissie en discussiefora. Het WTCB initieert vanuit de gebruikerscommissie een werkgroep die instaat voor de realisatie van een Technische Voorlichting Brandveilig constructief ontwerp van (industriële) gebouwen, om een ruim doelpubliek te bereiken in de sterk gefragmenteerde bouwwereld. Voor het onderwijs worden kwalitatief hoogstaande leermiddelen (handboekmodules en PowerPoint presentaties) opgesteld en op basis van een try-out aangepast en op punt gesteld. De werkgroep Onderwijs binnen de Gebruikerscommissie staat in voor de kritische evaluatie en de implementatie in het curriculum aan de hogescholen en universiteiten. Daarnaast worden cursussen of seminaries op maat aangeboden bijvoorbeeld ten behoeve van de opleiding van de brandweer en, in het kader van de brandpreventie, meer bepaald de officieren van de brandweer of op vraag van hogescholen of universiteiten. Dit project wil ondersteuning bieden bij de ontwikkelingen op vlak van het brandveilig constructief ontwerp van gebouwen en op dusdanige manier een katalysator betekenen binnen het bouwgebeuren.
Datum:1 okt 2008 →  30 sep 2010
Trefwoorden:Fire safety