< Terug naar vorige pagina

Project

Fraus omnia corrumpit: autonome rechtsfiguur of miskend correctiemechanisme?

Dit project wil de draagwijdte en functie van het ruim toegepaste algemeen rechtsbeginsel Fraus omnia corrumpit </>bepalen, volgens hetwelk men zich nooit op zijn bedrog kan beroepen om de toepassing van een rechtsregel in zijn voordeel te rechtvaardigen. Het toepassingsgebied, de toepassingsvoorwaarden en de gevolgen hiervan zullen eenduidig worden vastgelegd, vermits zij voorwerp zijn van controverse. Vervolgens zal de verhouding van het besproken beginsel ten opzichte van andere rechtsfiguren en algemene rechtsbeginselen onderzocht worden. Hierbij kan dit beginsel drie mogelijke functies vervullen (met telkens onderscheidengevolgen): een louter verklarende functie voor andere rechtsfiguren; een correctiemechanisme dat de toepassing van rechtsregels uitsluit bij bedrog; of de functie van een volkomen autonome rechtsfiguur. De onderzoeksresultaten zullen een nieuw inzicht verschaffen in de rol van privaatrechtelijke algemene rechtsbeginselen in de hiërarchie der rechtsbronnen. De juiste draagwijdte en functie van het onderzochte beginsel staan in het Belgisch recht geheel niet vast bij gebrek aan fundamenteel onderzoek, in tegenstelling tot andere rechtssystemen. Ten gevolge van vernieuwend onderzoek (volgens een interne en externe rechtsvergelijking en een functionele-inductieve benadering) zullen de contouren van dit beginsel vaststaan, wat leidt tot grotere rechtszekerheid. België zal op Europees niveau met een eigen standpunt kunnen deelnemen aan debatten omtrent dit beginsel.
Datum:1 okt 2009 →  31 jul 2013
Trefwoorden:Scope of application, Conditions of application, legal effects, Functions
Disciplines:Rechten
Project type:PhD project