< Terug naar vorige pagina

Project

Stabiliteit van sociale participatie en eenzaamheid van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften aan het begin van het gewoon secundair onderwijs.

De laatste decennia werd inclusie van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (SOB) in gewone scholen een wereldwijde trend (Pijl, Meijer, & Hegarty, 1997). Sociale participatie stond als begrip centraal in dit streven naar inclusie (Symes & Humphrey, 2011). Desalniettemin zijn onderzoekers het oneens over de echte sociale participatie van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften in het gewone onderwijs. Waar sommige onderzoekers een positieve sociale situatie van leerlingen met SOB schetsen (Avramidis, 2010), wijzen anderen op de risicos voor de sociale ontwikkeling van leerlingen met SOB, zoals verhoogde gevoelens van eenzaamheid (e.g., Locke, Ishijima, Kasari, & London, 2010). Hoewel de interesse van onderzoekers naar de sociale participatie en psychosociale ontwikkeling van leerlingen met SOB in inclusief onderwijs toeneemt, is er nog steeds weinig geweten over de stabiliteit van sociale participatie en eenzaamheid van leerlingen met SOB aan de start van het gewoon secundair onderwijs. Met behulp van dit grootschalig, longitudinaal onderzoek trachten we een beeld te schetsen van de stabiliteit van de vier themas binnen sociale participatie (i.e., sociale interacties, aanvaarding door klasgenoten, wederkerige vriendschappen en sociaal zelfbeeld), de stabiliteit van vriendschapskwaliteit en de stabiliteit van eenzaamheid voor leerlingen met SOB in de eerste twee jaren van het secundair onderwijs.
Datum:1 okt 2012 →  30 sep 2013
Trefwoorden:Inclusive education, students with special educational needs, secondary school, Social participation, Friendship quality, Loneliness
Disciplines:Orthopedagogiek en onderwijs voor specifieke onderwijsbehoeften