< Terug naar vorige pagina

Project

Anthrosols heruitgevonden: Optimalisatie van het C-gehalte in vollegrondteelten en stabilisatie van de mogelijke alternatieven voor turf in substraatteelten

Dit project pakt twee heel prangende problemen aan in de land- en tuinbouw. In een eerste luik wordt getracht een oplossing te bieden aan de slinkende bodemkoolstofvoorraden. Een tekort aan bodemkoolstof zorgt voor een lage inherente fertiliteit door een gebrek aan nutriëntenbindend vermogen, een beperkte buffercapaciteit en een beperkt waterhoudend vermogen. In de Vlaamse Zandstreek, de Kempen en de Zandleemstreek zit respectievelijk 43%, 30% en 33% van de akkers en 47%, 51% en 32% van het weiland met een koolstofvoorraad beneden de streefzone. Land- en tuinbouwers worden dagelijks met deze problematiek geconfronteerd, het beïnvloedt rechtstreeks hun plantkwaliteit en als gevolg ook hun winstmarges. De projectpartners willen een toeslagstof ontwikkelen die het C-gehalte in akkers en weilanden uit het doelgebied duurzaam kan verhogen en dat binnen de krijtlijnen van MAP4. Dit betekent een toeslagstof met veel effectieve koolstof en zo weinig mogelijk N-verhoging. Het gebruik ervan moet bovendien economisch haalbaar zijn en gemakkelijk in te passen in de bedrijfsvoering. In een tweede luik wordt getracht een oplossing te vinden voor telers met substraatteelten (teelten in potten (containers) of matten). Hun klanten accepteren steeds minder het gebruik van turf- en veenproducten als substraat. Veen in al zijn types wordt gebruikt voor de bufferende eigenschappen, de watervasthoudende en -vrijstellende eigenschappen, de stabiele pH en het lage zoutgehalte. Gevoelige teelten gedijen slecht op klassiek gebruikte turfvervangers zoals GFT-compost, oa omwille van de te hoge zoutgehaltes en minder geschikte pH. Kokosvezel wordt beperkt gebruikt in de sierteelt, maar is weinig duurzaam omwille van zijn exotische oorsprong. Langdurig, goedkoop en grootschalig beschikbaar materiaal - in casu plaggen, chopper, bosstrooisel en ruw maaisel, oftewel biosolids- zou het antwoord kunnen betekenen voor beide bovenstaande geschetste problematieken. Voor volle grondteelten toonden studies aan dat biosolids interessante eigenschappen hebben aangaande de koolstof-, stikstof- en pH-dynamiek. Ze kunnen de bodemkoolstof van een perceel in één bewerking met een beoordelingsklasse laten stijgen, mineraliseren traag, zetten weinig werkzame stikstof vrij en hebben sterk pH-verlagende eigenschappen. Het voortraject bij ILVO en het PCS identificeerde heidechopper als enige beschikbare natuurlijk zure grondstof om veen in substraat te vervangen. De sterkte van dit project is daarnaast de samenwerking tussen de projectpartners: KU Leuven, ILVO, BDB, de Hooibeekhoeve en het PCS. De drie eerstgenoemden zijn experten in het diepgaand onderzoek naar stabilisatie en karakterisatie van enerzijds koolstof-verhogend materiaal en anderzijds een waardige veen-vervanger. De twee laatstgenoemde staan heel dicht bij de praktijk. Zij kunnen via proeven op het centrum en via aangelegde demoproeven op voorbeeldbedrijven heel snel het overgrote deel van de sector bereiken. De sector die kan bereikt worden is bijzonder groot: landbouwers in het focusgebied, bijna alle siertelers en de telers van kleinfuit. Maar ook daarbuiten is nog veel potentieel, denk maar o.a. telers van vrucht- en bladgroenten. Het akker- en weidegebied rechtstreeks geaffecteerd door Europese maatregelen met betrekking tot bodemkoolstof kan geschat worden op 58.138 ha en 26.559 ha, daarnaast zijn er ca. 50 bedrijven en 100 ha frambozen, bramen en bessen in Vlaanderen en ca. 1700 sierteeltbedrijven. Aan de verspreiding en vertaling van de verworven kennis (bedrijfsbereik) en ondersteuning bij toepassing naar zoveel mogelijk doelgroepbedrijven (implementatie) wordt veel aandacht besteed. Daarvoor wordt een valorisatieproces uitgebouwd op basis van drie kennisverspreidingsstrategieën: (i) via de (vak)pers, (iii) via demonstraties on-station en on-farm en (iv) via inbedding in de sector door demobedrijven. Het succes van dit project zal afgetoetst worden aan de hand van een aantal performantie-indicatoren. De voornaamste zijn de realiseerbare verhoging van de bodemC-voorraad in één bewerking, succesvol uittesten van biosolids als additief bij veen, het aantal doelgroepbedrijven dat wordt bereikt via de kennisverspreidingsstrategieën en het aantal doelgroepbedrijven dat het materiaal wil gebruiken binnen de looptijd van het project. Dit project is sterk innoverend: er werd niet eerde een succesvol additief gevonden. Landbouwers met akkers en/of weilanden kunnen een eenvoudige roadmap volgen voor inpassing in de verdere bedrijfsvoering en voor evaluatie van de gekozen opties.
Datum:1 jul 2009 →  30 jun 2019
Trefwoorden:Anthrosols, Bodem organische stof, koolstofsequestratie, turf, kleinfruit, mais, teeltsubstraat