< Terug naar vorige pagina

Project

Pesher ha-Davar: Commentaarteksten in Qumran en Griekse en Hellenistisch-Joodse tradities.

Dit proefschrift vergelijkt twee verzamelingen commentaren uit de Hellenistisch-Romeinse periode (c. 300 v.Chr–600 n.Chr.) met elkaar. De eerste verzameling omvat zestien commentaren op profetische en poëtische teksten in de Hebreeuwse Bijbel. Deze commentaren maken deel uit van de collectie van de Dode-Zeerollen en staan bekend als “Pesjarim” (enkelvoud: “Pesjer”). De tweede verzameling omvat zestien commentaren op de Ilias van Homerus. Deze commentaren zijn geschreven op papyrus en gevonden in Egypte. Zij staan bekend als hypomnemata (enkelvoud: hypomnema).

 

In de Hellenistisch-Romeinse tijd werden gezaghebbende teksten zelden uitgelegd door middel van commentaren. Dit proefschrift stelt daarom de vraag of er verbanden bestaan tussen de Pesjarim en de hypomnemata, en zo ja, hoe we ons deze verbanden moeten voorstellen.

            Om deze vraag te beantwoorden heb ik de volgende kenmerken van beide groepen commentaren vergeleken:

 

(1)     hun fysieke of materiële kenmerken

(2)     hun structuur

(3)     hun hermeneutiek of de manier waarop ze betekenis ontlenen aan hun bronteksten

 

Mijn studie van fysieke en materiële kenmerken heeft laten zien dat de Pesjarim en de hypomnemata actief gebruikt werden door hen die deze commentaren schreven en lazen. Het handschrift van de meeste commentaren weerspiegelt bijvoorbeeld een zeker opleidingsniveau, maar is tegelijkertijd niet buitengewoon netjes ­– alsof de schrijver notities maakt. Dit toont aan dat deze commentaren niet geschreven werden om algemeen geraadpleegd te worden, maar veeleer om door hun schrijvers zelf gebruikt te worden in hun studie van een brontekst. Het gebruik van commentaren wordt ook weerspiegeld in tekens die deze teksten in hun marges hebben staan. Deze tekens zijn geplaatst door lezers van commentaren en vestigen de aandacht op passages die deze lezers van bijzonder belang achtten.

 

Mijn studie van de structuur van de Pesjarim en de hypomnemata heeft laten zien dat de term “doorlopende commentaren” niet zonder meer toepasbaar is op deze teksten. Deze term wordt vaak gebruikt in beschrijvingen van beide commentaarcollecties en suggereert dat de Pesjarim en de hypomnemata de volgorde van hun bronteksten getrouw volgen. In de praktijk blijkt echter dat beide types commentaren regelmatig delen van hun brontekst overslaan in hun interpretaties. In de hypomnemata wordt de keuze welke passages worden becommentarieerd en welke niet, bepaald door de interesse van de exegeet in bepaalde thema’s in de Ilias. In de Pesjarim weerspiegelt deze keuze het doel van de commentator met zijn commentaar: de ervaringen van de beweging waartoe hij behoort, duiden in het licht van zijn bijbelse bronteksten.

            Ten tweede heeft mijn studie aangetoond dat de Pesjarim en de hypomnemata hun interpretaties op een verschillende manier presenteren. De hypomnemata laten vaak verschillende uitleggingen naast elkaar staan, zonder die op elkaar te betrekken. De Pesjarim integreren hun individuele interpretaties echter tot een overkoepelende, gezaghebbende uitleg van hun brontekst.

 

Mijn hermeneutische analyse laat zien dat de hypomnemata de idee vooronderstellen van Homerus als een auteur die de Ilias en de Odyssee eigenhandig heeft geschreven. Daarnaast wordt Homerus gezien als een leraar en als een vrijwel universele bron van wijsheid. De Pesjarim vooronderstellen de idee van goddelijke openbaring die eens gegeven is aan de profeten. Later is dezelfde openbaring in een vollere vorm gegeven aan de Leraar der Gerechtigheid. De auteurs van de Pesjarim zetten deze openbaring aan de Leraar voort en passen hun bronteksten toe op de ervaringen de beweging waartoe zij behoren.

 

Op grond van deze overeenkomsten en verschillen beargumenteert deze studie dat de auteurs van de Pesjarim de uitlegtraditie waartoe de hypomnemata behoren, kenden. Deze kennis is echter niet gebasseerd op een vooronderstelde Griekse scholing van de auteurs van de Pesjarim, maar op meer indirecte kennisoverdracht tussen de beide tradities. De meest opvallende kanalen voor een dergelijke overdracht zijn contacten tussen de auteurs van de Pesjarim en andere individuen die wel een Griekse opleiding hebben genoten en de beschikbaarheid van Griekse wetenschappelijke literatuur in Hellenistisch-Romeins Palestina.

Datum:1 okt 2011 →  30 sep 2015
Trefwoorden:Pesher ha-Davar
Disciplines:Theologie en religiestudies
Project type:PhD project