< Terug naar vorige pagina

Project

Subsidiaire sociale voorziening voor de welvaartsstaat. Politieke theorie en sociaal beleid in negentiende-eeuws België

Tot op heden werd het concept van subsidiariteit nog nooit in zijn essentie en evolutie onderzocht en centraal gesteld als onderzoeksonderwerp. Misschien ligt de verklaring hiervoor in het feit dat het paradigma van subsidiariteit zo vanzelfsprekend werd bevonden door politieke wetenschappers, sociale wetenschappers en historici. Met de bedoeling om aan dat gebrek tegemoet te komen werd door KADOC een collectief onderzoeksproject met als titel Grenservaringen van de natiestaat. Gesubsidieerde vrijheid en maatschappelijke evenwichten in België (19de-20ste eeuw) opgezet. Het thema subsidiariteit heeft vanuit de centrale onderzoekslijn van KADOC (wisselwerking religie, cultuur en samenleving sinds 1750) immers steeds als een belangrijk richtsnoer gefungeerd. Het collectieve onderzoeksproject voorziet in de voorbereiding van een doctoraal proefschrift en de organisatie van een internationale workshop met publicatie van de bijdragen en staat onder wetenschappelijk toezicht van een promotorencollectief. Het doctoraatsonderzoek dat in de schoot van het breder onderzoeksproject gevoerd zal worden, wordt begeleid door promotor prof. dr. Jan De Maeyer en co-promotor prof. dr. Emmanuel Gerard.

Het onderzoeksproject stelt zich tot doel het concept subsidiariteit te benaderen met oog voor theorievorming, maatschappelijk vertoog en concrete subsidiestromen en –structuren binnen België maar ook binnen een internationaal perspectief tussen 1830 en 1914. Enerzijds wil het al het voorgaand onderzoek, dat indirect en fragmentarisch aan bod komt in verschillende deelstudies, in een synthese bijeenbrengen om het vervolgens te overstijgen aan de hand van nieuw en origineel studiewerk. Vooral wat betreft theorie en vertoog lijkt er al een aanzienlijk deel van het onderzoek voorhanden. Toch blijven er heel wat lacunes en bestaat de uitdaging er in om alle pogingen samen te brengen binnen het concept subsidiariteit. Anderzijds is het de bedoeling om kwantitatieve gegevens te verzamelen op basis van uitgebreid en diepgaand bronnenonderzoek, een belangrijke oefening die in België voor dit thema nog niet uitgevoerd is. Zo wil het niet alleen de omvang en de impact van subsidiestromen achterhalen, maar ook de organisatieverbanden en verdelingsmechanismen ervan dieper bestuderen. Daarbij horen ook de juridische en/of inhoudelijke voorwaarden die aan betoelaging verbonden waren en de inbedding ervan in de heersende politieke cultuur, waarbij de subsidiëringspolitiek van de overheden gezien kan worden als een manier om het sociaal-politiek maatschappelijk leven te kanaliseren en/of te regulariseren.

Op die manier moet het ook mogelijk zijn om het breder verhaal van subsidiariteit in kaart te kunnen brengen: het blootleggen van de spreiding en de maatschappelijke evenwichten, het identificeren van belangrijke actoren en intellectuele denkcentra, het analyseren van het politiek en maatschappelijk vertoog en het duiden van opmerkelijke patronen. Naast de evidente en bekende toepassingsgebieden stelt het onderzoek zich in de mate van het mogelijke ook tot doel om de minder bekende terreinen van subsidiariteit in kaart te brengen. Het uiteindelijke resultaat zal toestaan om het (Belgisch) systeem van gesubsidieerde vrijheid en de tijdsschaal van haar implementatie in te schatten in de historische en maatschappelijke context met oog voor maatschappelijke spanningsvelden en interacties. Daarbij kan het kwantitatief onderzoek helpen om realiteit te onderscheiden van mythe.

Datum:1 okt 2012 →  26 mei 2017
Trefwoorden:social policy, political theory, subsidiarity, nineteenth century, welfare state, Belgium
Disciplines:Theorie en methodologie in de filosofie, Geschiedenis, Economische geschiedenis, Sociaal werk, Andere sociologie en antropologie, Algemene psychologie
Project type:PhD project