< Terug naar vorige pagina

Project

Duitse modaalpartikels als multimodale constructies van intersubjectiviteit.

De kern van dit project is een multimodale beschrijving van drie clusters van Duitse modaalpartikels (MPs), die onomasiologisch gedefinieerd worden: 1° partikels die een vraag met haar context verbinden (typisch denn</> en eigentlich</>), 2° partikels die aangeven dat de inhoud van de uiting voor de hoorder al bekend zou moeten zijn (typisch ja</> en doch</>) en 3° partikels die de inhoud van de uiting als evident markeren (typisch eben</>, einfach</> en halt</>). Concreet wordt voor het multimodale gekeken naar coöccurrentie van deze MPs met gestiek. De focus ligt daarbij op de gestiekpatronen die zelf een MP-betekenis uitdrukken. Aan de hand van een aantal case-studies wordt een gedetailleerde analyse van deze coöccurrentiepatronen geleverd, inclusief een bespreking van de factoren die de distributie ervan kunnen beïnvloeden. Tot slot wordt de vraaggesteld of deze coöccurrentiepatronen als multimodale constructies in de zin van de Constructiegrammatica kunnen worden opgevat.  </>Hoewel dit niet voor de hand ligt, wordt in het proefschrift aangetoond dat een aantal potentiële bezwaren niet als echte tegenargumenten beschouwd kunnen worden, en dat een analyse in termen van Constructiegrammatica derhalve gerechtvaardigd is.</>
Datum:1 okt 2010 →  30 sep 2014
Trefwoorden:Construction Grammar, Intersubjectivity, German model particles, Multimodality, Stance taking
Disciplines:Linguïstiek, Theorie en methodologie van de linguïstiek, Andere linguïstiek en literatuurwetenschappen, Talen, Literatuurwetenschappen
Project type:PhD project