< Terug naar vorige pagina

Project

Het effect van abstractieniveau in emotieverwerking.

De rol van abstractieniveau in het verwerken van emoties wordt bekeken in zes experimenten. Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt dat omgaan met emoties op een manier met een lager abstractieniveau leidt tot minder negatieve emoties dan omgaan met emoties op een manier met een hoger abstractieniveau. Er is echter nog niet geweten of de combinatie van een laag en hoog abstractieniveau in het omgaan met emoties kan leiden tot dezelfde positieve effecten. In de eerste vier experimenten worden deelnemers verschillende manieren van omgaan met emoties aangeleerd. Als controleconditie wordt de deelnemers immersie, of het inleven in stresserende situaties, aangeleerd. UIt voorgaand onderzoek blijkt dat individuen vaak op een abstract niveau nadenken over moeilijke situaties wanneer ze deze strategie toepassen. Interoceptie, of letten op concrete lichamelijke gewaarwordingen, wordt gezien als een manier van emoties te verwerken met een laag abstractieniveau. Dit wordt vergeleken met mindful attention, waarbij de lichamelijke gewaarwordingen beschouwd worden als zijnde van vergankelijke aard, of mentalisatie, waarbij er wordt gezocht naar betekenis van de lichamelijke gewaarwordingen. Deze twee manieren van omgaan met emoties worden gezien als manieren waarin een lager en hoger abstractieniveau gecombineerd worden. Zowel mentalisatie als mindful attention vergt in eerste instantie een focus op de lichamelijke gewaarwordingen om in een tweede stap op een abstracter niveau deze gewaarwordingen te verwerken. Tijdens de experimenten wordt negatieve emotie opgewekt door deelnemers naar negatieve foto's te laten kijken, of door hen stressvole situaties te laten inbeelden. De eerste twee experimenten betreffen gedragsstudies. In deze gedragsstudies wordt er gekeken naar het effect van immersie, interoceptie en mentalisatie (experiment 1) of mindfulness (experiment 2) op subjectieve gevoelens en huidgeleiding. In de volgende twee fMRI experimenten wordt er gekeken naar de neurale correlaten van immersie, interoceptie en mentalisatie (experiment 3) of mindfulness (experiment 4). Door de neurale correlaten te verduidelijken, willen we in kaart brengen hoe de onderliggende processen van strategieën voor het omgaan met emoties via een laag abstractieniveau zich verhouden tot strategieën voor het omgaan met emoties waarin een laag en hoog abstractieniveau gecombineerd worden. In de laatste twee experimenten worden individuele verschillen in het verwerken van emoties op verschillende abstractieniveaus bekeken in een gezonde populatie (experiment 5) en een groep patiënten met letsels in het cerebellum (experiment 6). Deelnemers doorlopen verschillende taken waarin ze emoties moeten herkennen in zichzelf en anderen. In deze taken wordt er gewerkt met verschillende abstractieniveaus gaande van heel concreet (zoals het herkennen van emoties via de gezichtsuitdrukking) tot meer abstract (zoals het herkenen van de eigen emoties en die van anderen in een hypothetische situatie). Er wordt gekeken naar de mate waarin er een samenhang is tussen de verschillende taken.

Datum:17 apr 2023 →  Heden
Trefwoorden:emotion regulation, embodiment, interoception, mindful attention, mentalization, decentering
Disciplines:Neuropsychologie
Project type:PhD project