< Terug naar vorige pagina

Project

Real of virtual? Een ecologisch valide perspectief op taalcontrole (FWOTM1127)

Voor meertalige sprekers lijkt het vanzelfsprekend om van een taal
over te schakelen naar een andere taal. Toch bewijst
psycholinguïstisch onderzoek het tegendeel: deze handeling vergroot
de behoefte aan taalcontrole - het mechanisme dat ervoor zorgt dat
de juiste taal in de juiste context wordt gekozen - en vergt dus een
mentale kost. Als dit het geval is, waarom wisselen meertaligen dan
vrijwillig van taal? De meeste psycholinguïstische studies naar het
wisselen van taal maken gebruik van een experimentele opzet
waarin de focus ligt op het produceren van een enkel woord en het
wisselen van taal gebeurt op basis van een externe cue (bijvoorbeeld
een verschillend gekleurd kader voor elke taal rond het plaatje dat
moet worden genoemd). Sommigen beweren dat ecologische
validiteit kan leiden tot een context waarin het wisselen van taal niet
tot een kost leidt. Op dezelfde manier stelt de Adaptive Control
Hypothesis dat taalcontrole niet gelijkmatig wordt toegepast in
verschillende taalcontexten. Wij zullen deze bewering en het effect
van ecologische validiteit evalueren door drie maten van taalcontrole
te testen (d.w.z. nieuwe omgekeerde taaldominantie, n-2
taalherhalingskosten, en de N2 component) in een Virtual Reality
omgeving waar meertaligen van taal wisselen tussen zinnen door te
interacteren met mensachtige virtuele agenten die externe cues
nabootsen in de ene versie (cued context) en waarin dit niet het
geval zal zijn in de andere versie (vrijwillige context)
Datum:1 nov 2022 →  Heden
Trefwoorden:Ecologische validiteit, taalbeheersing, meertaligheid
Disciplines:Psycholinguïstiek en neurolinguïstiek, Linguïstiek niet elders geclassificeerd