< Back to previous page

Publication

Synchroon internetonderwijs in plaats van tijdelijk onderwijs aan huis: geschoold van ver of verre van geschoold?

Journal Contribution - Journal Article

Op 30 maart 2017 veroordeelde het Gentse hof van beroep het Sint-Catharinacollege uit Geraardsbergen tot een schadevergoeding wegens het niet aanbieden van tijdelijk onderwijs aan huis (TOAH) aan een chronisch zieke leerling. Het hof hervormde daarmee het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van Oost-Vlaanderen (afdeling Oudenaarde) die op 10 februari 2015 had geoordeeld dat de betrokken leerling weliswaar recht had op tijdelijk onderwijs aan huis, maar dat de school ook aan die verplichting voldeed door synchroon internet onderwijs (SIO, “Bednet”) aan te bieden. Het hof van beroep onderstreepte het bestaan van een duidelijk onderscheid tussen SIO enerzijds, waarbij de leerling van thuis uit via een internetverbinding de lessen op school kan volgen, en TOAH anderzijds, waarbij een leraar van de school gedurende een beperkt aantal uren fysiek aan huis komt om de leerling les te geven. Het hof besloot tot een schadevergoeding omdat er een reële kans bestond dat de betrokken leerling met TOAH aan het eind van het schooljaar 2012-2013 een A-attest zou hebben gehaald, hetgeen haar zonder tijdelijk onderwijs aan huis niet was gelukt. De zaak is om een aantal redenen interessant. Allereerst biedt zij inzicht in de verscheidene onderwijsvormen die op de thuislocatie van een leerling en in geval van ziekte of ongeval van een leerling kunnen worden opgezet: tijdelijk onderwijs aan huis (of “thuisonderwijs”), permanent onderwijs aan huis, synchroon internetonderwijs en huisonderwijs. Deze onderwijsvormen worden in verschillende onderdelen van deze bijdrage geduid. Daarnaast is de zaak een boeiende toepassing binnen de onderwijscontext van de klassieke buitencontractuele aansprakelijkheid op basis van de artikelen 1382-1383 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Fout (1), schade (2) en oorzakelijk verband (3) vormen de structuur van deze bijdrage. Tot slot heeft de uitspraak van het hof van beroep ook een wetsevaluatieve waarde: volgend op een decreetswijziging, maar handelend over daaraan voorafgaande feiten, biedt de uitspraak aanknopingspunten voor een kritische evaluatie van de doorgevoerde wijzigingen (4).
Journal: Tijdschrift voor Jeugd en Kinderrechten
ISSN: 1377-2104
Issue: 2
Pages: 144 - 158
Publication year:2017
Accessibility:Closed