< Back to previous page

Publication

Pessimisme troef in verkavelingsland

Journal Contribution - Review Article

De auteurs maken het zichzelf niet mak-kelijk door mens, gebouwde omgeving en voorzieningen in drie aparte luiken te behandelen. Het eerste luik, dat vol-ledig gewijd is aan de 'Mens' (in dit ge-val: de dorpeling), gaat van start met een poging om tot een sluitende definitie te komen van 'het dorp' in Vlaanderen. In een tijdperk met uitgebreide mobiliteits-en communicatiemogelijkheden blijkt dat een weerbarstige opgave. Het leidt tot een amalgaam van uitspraken die evengoed in stedelijke en randstedelijke contexten van toepassing zijn. En als het onderscheid met het stedelijke dan toch eens expliciet gemaakt wordt, lijkt dat moeilijk te onder-bouwen. Wat moet je bijvoorbeeld met de uitspraak dat de culturele stedelijke scene 'vaak een monocultureel territorium van hedendaagse kunst is'? In het tweede luik 'Ruimte' tillen Filip Canfyn, Filip De Rynck en Hans Leinfel-der de vragen die voorliggen op een hoger schaalniveau en slopen ze de muurtjes in ons hoofd. Een verademing. Daarop volgt een voeten-in-de klei gesprek met lokale ruimtelijk planners en beleidsmedewer-kers, die dagelijks trachten te werken aan kwalitatieve kernversterking. Moderator Peggy Totté oppert de mogelijkheid van een Vlaamse Verordening, die de onder-handelingspositie van besturen tegenover ontwikkelaars versterkt. Ook de kansen die woningcoöperaties kunnen bieden, komen ter sprake. Mooie zaadjes om opgepikt te worden in een geïntegreerde visie op dorpenbeleid. Pascal De Decker en Maarten Loop-mans gaan in het luik 'Voorzieningen' verder op dit elan. Loopmans stipt aan dat pakjesdiensten het bereikbaarheidspro-bleem niet oplossen: de monopolievorming in de sector maakt dat bedrijven steeds kieskeuriger met hun klanten kunnen omgaan. Het dorp behoort dus tot een wereld, en hangt af van die wereld. Het kab-belende groepsgesprek dat daarop volgt, blijft helaas steken in de klein-dorpse sfeer. M IJ N D O RP, E E N E IL AN D? Apart uitgewerkte en rijk geïllustreerde cases vormen een belangrijk onderdeel van het inspiratieboek. Jammer alleen dat ze in de ik-vorm geschreven zijn, alsof een gebouw of een verkeersproject zich hoogst persoonlijk aan je voorstelt. Afhankelijk van je persoonlijke ervaring, heeft dat een nogal kleuterachtig of een psychedelisch effect. Het onderscheid tussen mens, ge-bouwde omgeving en voorzieningen, dat in de cases wordt doorgetrokken, voelt arti-ficieel en biedt niet echt een meerwaarde. Het wringt ook dat de vierde dimensie, het landschap, in het boek bewust niet wordt meegenomen. Je kunt je afvragen of een integrale benadering van het dorp wel mogelijk is als je het omringende land-schap negeert. Het boek heeft de verdienste dat er aantal urgente thematieken in worden aangeraakt. Maar het toont ook aan dat het dorp in de praktijk vaak nog als een eiland wordt gezien, en dat die visie sterk in de hoofden van (lokale) beleidsmakers verankerd zit. Vraag is of het inspireren van lokale besturen voldoende hefbomen biedt om hier beweging in te brengen. Mis-schien is er meer nood aan een concreet plan en moeten de hierboven geciteerde denkers en planners-ontwerpers maar eens een weekje in conclaaf gaan om een stevige aanzet voor het dorpenbeleid in Vlaanderen uit te werken. De beleidsaandacht voor het buitengebied en voor dorpen groeit. 'Hoog tijd om een inspiratieboek te schrijven, ' dachten ze bij de Landelijke Gilden. Eentje voor lokale besturen met 'begrijpbare theoretische kadering' en 'een heleboel concrete praktijken' , belooft de inleiding. Landelijke Gilden, Vlaamse Landmaatschappij, Innovatiesteunpunt (red.) Denk Doe Dorp inspiratie voor een dorpenbeleid VUBPRESS/ASP | 2013 | 400 blz. | 29,95 euro Landelijke Gilden | 2019 | 216 blz. | gratis downloadbaar op www.landelijkegilden.be
Journal: Ruimte (Brussel)
ISSN: 2032-0809
Volume: 43
Pages: 89 - 89
Publication year:2019
Accessibility:Closed