< Back to previous page

Publication

Tolken en vertalers: twee beroepen, twee persoonlijkheden?

Book Contribution - Chapter

Het lekenoordeel is al te vaak dat het beroepen van vertaler of tolk identiek zijn. Toch weet iedere professionele tolk of vertaler dat er voor de uitoefening van deze beroepen uiteenlopende competenties vereist zijn. Uiteraard moet zowel de tolk als de vertaler erg bedreven zijn in zijn werktalen, maar twee- of meertaligheid alleen levert nog geen bekwame tolk of vertaler op. Heel wat niet-talige competenties maken het verschil tussen een polyglot en een professionele vertaler of tolk. Bij de vertaler onderscheiden we bijvoorbeeld het belang van heuristische competentie, computervaardigheid en redactionele vaardigheden. In het geval van de tolk wordt dan weer meer nadruk gelegd op het concentratievermogen, de optimale aanwending van het werkgeheugen en de toepassing van tolkstrategieën . Deze verschillende competenties worden de aspirant-vertaler en -tolk aangeleerd tijdens zijn opleiding, maar het idee dat bepaalde kwaliteiten aangeboren en/of karaktergebonden zijn, blijkt hardnekkig. Zo wordt wel eens geopperd dat tolken van nature over een grotere mondelinge taalvaardigheid beschikken dan vertalers en dat ze communicatiever zijn. Ook wordt vaak gealludeerd op het verschillende persoonlijkheidsprofiel van tolken en vertalers: studenten die voor de tolkopleiding kiezen, zouden meer zelfvertrouwen hebben dan zij die voor de vertaalopleiding opteren. Empirische bewijzen voor een verschil in persoonlijkheidsstructuur, communicatief vermogen of attitude tussen vertalers en tolken zijn vooralsnog niet geleverd.
Interne factoren die het leerproces beïnvloeden omvatten de variabelen die specifiek zijn voor de leerder, zoals taalaanleg, attitudes, motivatie, taalangst en talig zelfvertrouwen. Ze worden in de Engelstalige literatuur 'individual difference variables' (ID-variabelen) genoemd. Gardner en Clément (1990: 497) onderscheiden drie categorieën ID-variabelen met betrekking tot het leren van een vreemde taal: (1) cognitieve variabelen zoals taalaanleg en taalleerstrategieën; (2) affectieve variabelen zoals attitudes ten aanzien van taal en leersituaties, en motivatie; (3) persoonlijkheidsvariabelen zoals angst, sociaal vermogen, zelfvertrouwen, cognitieve stijl ('field dependence' versus 'field independence'), extraversie en empathie.
In het onderzoek waarvan we in dit hoofdstuk verslag uitbrengen, worden bepaalde ID-variabelen van vertalers en tolken met elkaar vergeleken. We gingen na of studenten uit de vertaal- en de tolkopleiding van elkaar verschillen inzake taalangst, talig zelfvertrouwen en motivatie. Op basis van gegevens uit gestandaardiseerde vragenlijsten kwam een profiel tot stand van de tolkstudent en de vertaalstudent, dat vervolgens in verband werd gebracht met hun reële tolkprestaties. Op basis van deze gegevens formuleerden we een antwoord op de volgende onderzoeksvragen: (1) Verschillen de tolkstudenten en de vertaalstudenten van elkaar inzake deze ID-variabelen en zo ja, hoe? (2) Hoe verhouden de verkregen profielen zich ten aanzien van de reële tolkprestatie van beide groepen?
De resultaten geven duidelijke verschillen weer tussen beide studentengroepen. Een relatie tussen deze verschillen en de tolkprestatie kan echter aan de hand van deze resultaten niet worden vastgesteld.
Book: Tolk- en vertaalcompetentie. Onderwijs- en toetsvormen.
Pages: 55-68
Number of pages: 163
ISBN:978-90-334-7941-0
Publication year:2010
Keywords:individual difference variables, motivation, language anxiety, linguistic self-confidence