< Back to previous page

Publication

Negotiating the republic

Book - Dissertation

Subtitle:direct interactions between unorganized citizens and MPs in France, ca.1900-1930s
Historische analyses van (politieke) rechten voor burgers zoomen vaak in op de instituties die deze rechten aan burgers hadden toegekend. De daaropvolgende reacties “van onderuit” komen meestal aan bod in onderzoek over georganiseerde groeperingen. Hoewel dergelijke analyses zeer waardevolle inzichten bieden in de mechanismen van formele politieke cultuur, laten ze nog veel ruimte voor vragen over de percepties en kennis die individuele burgers hadden van hun rechten en plichten, maar ook over de interactieve manier waarop zij hun rol in de samenleving construeerden. In deze context is het belangrijk om te erkennen dat “gewone” burgers niet louter onderworpen waren aan de beslissingen die boven hun hoofden genomen werden, maar daarentegen net actief onderhandelden over de betekenissen van burgerschap, politieke representatie en – in de Franse casus – republicanisme. Hierbij vertegenwoordigden zij niet altijd een officiële organisatie of beweging. Precies daarom beoogt dit proefschrift een gedetailleerde analyse van de interactieve onderhandeling van deze socio-politieke concepten door “gewone” Franse burgers en “hun” députés in de Kamer, ruwweg tussen 1900 en de jaren 1930. “Gewoon” wordt hier als een niet-normatieve benaming gehanteerd voor burgers die in hun brieven aan volksvertegenwoordigers optraden als individu in plaats van als spreekbuis van een politiek getinte organisatie. Zij waren hooguit op een informele manier of binnen een religieuze context georganiseerd. Het concept “burgers” wordt eveneens in de ruime zin geïnterpreteerd, los van hun stemrecht, waar Franse vrouwen in de tussenoorlogse periode nog niet over beschikten. Ondanks dit gebrek aan volwaardig burgerschap, benutten ook zij immers de mogelijkheid om volksvertegenwoordigers te contacteren met hun vragen, wensen en verzoeken. Na een uiteenzetting van de netwerken en toegankelijkheid van volksvertegenwoordigers voor deze “gewone” burgers (in Deel I), werpen Delen II en III van dit proefschrift een licht op de paradoxen van het regime van de Derde Franse Republiek en op hoe deze paradoxen gepercipieerd, maar ook (inter)actief geconstrueerd werden door mannen en vrouwen, in hun geschreven communicatie met vier Kamerleden. Deel II focust meer bepaald op het complexe ideaal van parlementaire representatie van de natie en in het bijzonder op de formele en informele rollen die de briefschrijvers toekenden aan de volksvertegenwoordiger die ze contacteerden. Deel III stelt dan weer de paradox van het ideaal van Frans republikeins burgerschap centraal, via een onderzoek naar de manier waarop burgers zichzelf en hun politieke kennis presenteerden en hoe zij hun rechten en plichten interpreteerden. Hoe persoonlijk de verzoeken van de verschillende briefschrijvers meestal ook waren, samen werpen hun duizenden brieven een nieuw licht op de zogenaamde democratiserende impact van de Eerste Wereldoorlog. Uit dit doctoraatsonderzoek blijkt dat – hoewel deze oorlog niet als de typische trigger voor institutionele democratisering gezien kan worden – “gewone” mannen en vrouwen vanaf die periode wel hun notie van democratisch burgerschap scherper probeerden te stellen, ongeacht het persoonlijke karakter van hun verzoeken. Zowel stemgerechtigden als niet-stemgerechtigden leken er oprecht in te geloven dat ze actief konden bijdragen tot hun politieke vertegenwoordiging via het schrijven van brieven naar Kamerleden. Dit fenomeen kan de opvallende legitimiteit van de Derde Franse Republiek helpen verklaren, ondanks de – op het eerste gezicht – grote politieke instabiliteit van de tussenoorlogse periode.
Number of pages: 336
Publication year:2019
Keywords:Doctoral thesis
Accessibility:Closed