logo Plantentuin Meise

Heel wat van ons onderzoek situeert zich in het herbarium van de Plantentuin, maar onze wetenschappers nemen ook regelmatig deel aan expedities op het terrein. Herbariumonderzoek en terreinwerk staan steeds in het teken van systematisch plantenonderzoek en aanverwante disciplines zoals floristiek, fytogeografie, fylogenie, vergelijkende morfologie, palynologie en vegitatiekunde. Het onderzoek richt zich vooral op België, Europa en Midden-Afrika. De interesse gaat uit naar quasi alle planten- en fungigroepen: slijmzwammen, wieren, mossen, paddenstoelen, korstmossen, varens en bloemplanten.

Door de bevindingen in de systematiek, draagt de Plantentuin haar steentje bij aan de inventaris van de biodiversiteit op aarde. Het floristisch en fytogeografisch onderzoek dienen om de evoluties in de verspreiding van plantensoorten te kunnen volgen. Bijzondere aandacht gaat uit naar de groep van zogenoemde 'alien plants' die een potentieel invasief gevaar zouden kunnen betekenen en concurreren met onze inheemse plantengroei.

In de tropen is de plantengroei nog verre van gekend. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat er regelmatig nog nieuwe soorten ontdekt worden door onze wetenschappers, hoewel ons werk in Afrika al meer dan een eeuw aan de gang is.

Enkele van onze onderzoekslijnen:

Wieren

Vooral de wieren of algen van zoet- en brak water worden bestudeerd. Internationaal vermaard zijn de studies van algen uit aride en en semi-aride gebieden van Afrika en het Midden-Oosten. Ook de kiezelwieren van Antarctica en de Subantarctische eilanden vormen een belangrijk onderzoeksdomein.

Mossen
Levermossen en bladmossen uit ons land en vooral de geslachten Bryum en Pohlia behoren tot ons recente onderzoeksgroepen. Er wordt ook nagegaan hoe het gesteld is met de mossenverspreiding in en buiten de natuurreservaten, welke mossensoorten bedreigd zijn en welke een invasief karakter vertonen.

Korstmossen

Moleculair systematisch onderzoek en morfologische studies worden gedaan op heel wat korstmossen zoals de groep van de Arthoniales. Het onderzoek spitst zich toe op korstmossen van Afrika, Antarctica, Europa (België en Noord-Frankrijk) en Macronesië.

Paddenstoelen

Van paddenstoelen of zwammen uit België, Luxemburg, Congo en Benin onderzoeken we heel wat verschillende systematische groepen.

Vaatplanten (Varens en bloemplanten)

Onze wetenschappers hebben sinds de 19e eeuw al duizenden plantensoorten van Afrika beschreven, een naam gegeven en geclassificeerd. De koffiefamilie of Rubiaceae is één van topics.

Wat de gematigde streken betreft, gaat er bijzondere aandacht naar orchideeën, waterplanten, 'alien plants' en floristisch onderzoek.

Techniek

Eens terug van het terrein hebben onze vorsers de infrastructuur van de Plantentuin ter beschikking om hun onderzoek verder te zetten zoals een elektronenmicroscoop, een moleculair labo met technici die erg bedreven zijn in DNA-extractie, elektroforese en PCR-technieken en botanische illustratoren.

Bekijk de website van Plantentuin Meise.